Schaarste

Een boek dat me altijd bij is gebleven is Het rijk van de schaarste van de Nederlandse filosoof Hans Achterhuis. Nu heb ik dat met meer boeken van Achterhuis. “Schaarste wordt nog altijd aanwezig geacht in onontwikkelde en onderontwikkelde gebieden, zij wordt in verband gebracht met honger in de Sahel of armoede in India. Met technische middelen zou ze in de toekomst overwonnen kunnen worden,” schreef Achterhuis in 1988. Hij zag het echter anders: “In dit boek zal ik precies het tegenovergestelde trachten aan te tonen. De moderne maatschappij heeft de schaarste niet overwonnen maar juist gecreëerd. Mondiaal gezien zijn we niet op weg naar overvloed of zelfs naar een ‘genoeg’, maar breidt de schaarste zich steeds verder uit. Juist de Westerse ‘overvloedsmaatschappijen’ worden gekenmerkt door een zich tot op alle gebieden uitbreidende schaarste …. Alles is schaars geworden, welzijn, gezondheid, schoon water, schone lucht, ja zelfs tijd.[1] Die beschrijving uit het einde van de jaren tachtig van de vorige eeuw, leek mij nog steeds een adequate beschrijving van het nu.

Leek, omdat een de Duitser Andreas Reckwitz in zijn boek The society of singularities beweert dat er in de laat moderne tijd, zoals hij het noemt, eigenlijk maar aan één ding echt schaarste is. En nee, dat is niet aan frisse lucht, schoon water, welzijn, gezondheidszorg of zelfs tijd. Volgens Reckwitz was de moderne tijd een tijd van gestandaardiseerde producten gemaakt door verschillende fabrikanten en bedoeld voor alle consumenten. Die fabrikanten verdeelden de buit waarbij hun winst afhing van hun productiekosten. De prijs van standaardproducten wordt immers bepaalde door vraag en aanbod waarbij de vraag stabiel is.

In de laat-moderne economie is dat, zo betoogt Reckwitz, anders. Die wordt gedomineerd door het unieke en bijzondere: unieke en bijzondere producten, gebeurtenissen, plaatsen en mensen. Reckwitz noemt dit singulariteit en de markt hiervoor singulariteitsmarkten. Dat bijzondere kan op verschillende gebieden betrekking hebben: op de esthetiek, het verhaal, het ontwerp, het originele en ludieke van iets. Alleen is niet van tevoren bekend wat ‘uniek’ gaat worden. Reckwitz vergelijkt het met de kunst, waar al sinds eind achttiende eeuw het unieke wordt beloond. Dat is nu het ‘model’ voor de hele economie en dat zorgt voor een overvloed aan, zoals Reckwitz ze noemt, ‘culturele goederen’. Goederen die niet worden gekocht om hun gebruikswaarde maar om dat ‘unieke’. Producten die de ‘unieke’ status bereiken, maken hun producent rijk, die heeft op dat gebied het grootste deel van de markt. Tenminste zolang als het product ‘uniek’ blijft. Culturele producten die deze status niet bereiken, rest de vergetelheid en hun makers een fors verlies. Alleen is niet van tevoren bekend welk cultureel product die ‘unieke’ status gaat bereiken. Een voorbeeld uit de kunstwereld maakt het duidelijk. Er worden per jaar honderden films gemaakt, waarvan er slechts een paar de bioscoop halen, nog minder enkele weken worden vertoond en slechts enkele worden kassuccessen. De rest verdwijnt in de vergetelheid. Waaruit ze ooit weer kunnen worden gehaald als ze onverhoopt toch weer iets ‘unieks’ krijgen.

Al die producten maar ook personen, plaatsen, evenementen zijn op zoek naar de status ‘uniek’ en vragen om juist dat ene iets wat volgens Reckwitz in de laat-moderne economie echt schaars is en dat is aandacht: “What caracterizes today’s singularity markets is the historically unprecedented dynamization and dispersion of attention, whose exact distribution is unpredictable on a case-by-case basis. In this case, the attention of the public has become a scarce resource. In general, if there is any sort of scarcety in late modernity, this is no langer a scarcety of goods but rather an scarcety of attention (and appreciation).[2] 

Een heel andere manier om naar de huidige samenleving te kijken. Een manier die een goede verklaring biedt voor de grote afvalstromen die we met z’n allen produceren. Wat niet ‘uniek’ wordt, wordt immers afval. En wat de status ‘uniek’ verliest, maakt ook grote kans om op die hoop terecht te komen. De productie van al dat naar de status ‘uniek’ strevende spul vraagt energie en kostbare grondstoffen die vervolgens op de vuilnisbelt belanden of, met een beetje geluk, gerecycled worden. Zou het helpen als we dit in ons achterhoofd houden als we weer worden verleid om die nieuwe iPhone 14 of 16 (waar zijn we inmiddels) aan te schaffen met die ‘unieke features’?


[1] Hans Achterhuis Het rijk van de schaarste, pagina 13

[2] Andreas Reckwitz, the society of singularities, pagina 113

2 gedachtes over “Schaarste

  1. Pingback: Ik werk dus in ben! – Ballonnendoorprikker

  2. Pingback: Een unieke eenheidsworst – Ballonnendoorprikker

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.