“Ik vind dat leraren en politici moeten streven naar zorgvuldigheid. Het moet duidelijk zijn wanneer iets een mening is en wanneer iets een feit. In een opdracht voor leerlingen feiten en meningen met elkaar verweven vind ik onzorgvuldig.”
Een uitspraak van Karin den Heijer lerares wiskunde en bestuurslid bij Beter Onderwijs Nederland. Ik las dit in een artikel bij TPO. Den Heijer reageert hiermee op de commotie die ontstond toen docent Ivar Gierveld een schrijfopdracht over Thierry Baudet gaf aan zijn leerlingen. Baudet en zijn aanhangers reageerden als door een wesp gestoken op deze opdracht.
Illustratie: FOODISH.nl
Het gaat mij niet om Baudet en de commotie, maar om de bewering van Den Heijer. Laten we er eens een voorbeeld bij pakken. Gierveld schreef: “In zijn wereldbeeld is klimaatverandering een verzinsel.” Den Heijer geeft aan dat Baudet dit niet heeft beweerd, Gierveld verdraait de woorden van Baudet. Volgens haar zei Baudet: “Door bakken met geld te besteden aan het klimaat, blijft voor reëel en urgente zaken als armoedebestrijding minder over.” Als Baudet dit precies zo heeft gezegd, dan heeft hij inderdaad niet direct beweerd dat de klimaatverandering een verzinsel is. Maar wat zegt hij indirect? Baudet maakt een vergelijking en zet klimaatverandering af tegen armoedebestrijding. Armoedebestrijding noemt hij urgent en reëel. Mag je, omdat hij deze vergelijking zo maakt, dan niet concluderen dat Baudet klimaatverandering niet urgent en niet reëel en dus irreëel vindt? En van irreëel of onwerkelijk naar een verzinsel is slechts een kleine stap. Inderdaad heeft Baudet niet letterlijk gezegd dat klimaatverandering een verzinsel is. Op basis van logisch redeneren is dit wel een goede interpretatie van hetgeen hij heeft gezegd en is het daarmee niet veel meer dan een ‘mening’?
Feiten en meningen moeten volgens Den Heijer worden gescheiden anders ‘verdwalen’ de leerlingen. Alleen gebeurt dat in het ‘echte leven’ ook niet altijd. Met name in de politiek is zorgvuldigheid, waar Den Heijer voor pleit, vaak ver te zoeken. Kijk maar naar de commotie rond het Wetenschappelijk Onderzoek- en documentatiecentrum (WODC), dat politieke wensen ‘wetenschappelijk’ moest onderbouwen. Het leven zou inderdaad veel makkelijker zijn als feiten en meningen duidelijk van elkaar worden gescheiden.
Moeten we de scholieren en studenten niet opleiden voor het ‘echte leven’? Een leven waar feit en fictie door elkaar heen lopen? Waar je president van een groot land kunt worden door een feit als mening en een mening als feit te verkopen?
Al naar gelang het men uitkomt is het de ene keer uitermate urgent om feit en mening te scheiden en de andere keer slechts een ‘onnozel detail’. Ja, leerlingen moeten het verschil leren tussen feiten en meningen, maar tegelijkertijd is er ook speelruimte mogelijk – interactie tussen feit en mening.
LikeLike