Op de site Joop geeft Xavier Baudet ‘links’ ervan langs. De aanleiding noemt hij niet, maar dat zijn waarschijnlijk de Hamburgse G20-rellen. Baudet: “In plaats van de winkelruiten van zo’n ‘vuile kapitalist’ in te gooien kun je ook in een situatie belanden waardoor je iets meer snapt van zijn afwegingen, en hij op zijn beurt van de jouwe. Alleen op die manier bouw je aan structurele, effectieve coalities die fundamentele verbeteringen realiseren. Boos zijn omdat het zo lekker voelt helpt geen fuck.” Nu is winkelruiten ingooien nooit goed en iets proberen te snappen van de afwegingen van de ander is altijd een goede suggestie.
In hetzelfde artikel krijgt GroenLinks en haar voorman Jesse Klaver een trap na: “De behoefte aan principiële zuiverheid kan zo sterk zijn dat een hele politieke stroming zichzelf à la Jesse Klaver naar de marge manoeuvreert. Ongetwijfeld verzekert hen dat van een basisplek in de hemel, maar in het hier en nu ontslaan ze zich dan van hun verantwoordelijkheid.” Woorden van dergelijke strekking zijn de afgelopen maanden wel vaker gevallen. Je moet immers aan de ‘knoppen’ zitten om ‘iets’ te kunnen bereiken. Om aan die ‘knoppen’ te kunnen zitten, moet je water bij de wijn doen.
Het betoog van Baudet klinkt mooi, maar wat als je de afwegingen van de ander begrijpt en de ander die van jou ook, maar met jouw afweging wordt niets gedaan door de ander die de macht heeft om zijn zin door te drijven en dat ook doet? Wat als je je idealen moet verloochenen om aan die ‘knoppen’ te mogen draaien? Als er zoveel water bij de wijn moet dat zelfs een alcoholist het probleemloos kan drinken? Of wellicht een betere formulering, als de ander de wijn krijgt en hij je in ruil daarvoor een druppeltje in de kan met water laat vallen? Als die ander niet wil bouwen aan een ‘structurele, effectieve coalitie’? Als de fundamentele verbeteringen die je met die ander kunt realiseren voor jou verslechteringen zijn? Wellicht vindt ‘een meerderheid van de mensen’ dat het verbeteringen zijn, betekent dat dan dat jij daar dan maar aan mee moet werken? Kunnen meerderheden zich niet gruwelijk vergissen? En kan één individu of kleine groep het niet bij het rechte eind hebben zoals John Stuart Mill suggereert in zijn boek ‘Over Vrijheid’: “Het begin van alle wijsheid of verheffing komt en moet van individuen komen; meestal eerst van één individu”?
Ontsla je jezelf van je verantwoordelijkheid als je de wijn te waterig vindt of neem je juist je verantwoordelijkheid door die wijn te weigeren en erop te wijzen dat deze te waterig is?