De Sociaal Economische Raad broeit op een nieuw pensioenstelsel, zo valt te lezen in de Volkskrant. De kern ervan: “Iedereen een eigen pensioenspaarpot. En pas zekerheid over de hoogte van de oudedagsuitkering als de pensioendatum in zicht is, afhankelijk van een positief of negatief beleggingsresultaat.” Dit zou blijken uit een vertrouwelijk conceptadvies van de Raad. Hoe vertrouwelijk is zo’n advies als het de voorpagina van een krant haalt? Een vraag ter verdieping hierbij: hoe ‘te vertrouwen’ zijn de SER-mensen dan? Dat even terzijde.
Illustratie: TRABVV
Mijn pensioenpremie wordt, als deze plannen werkelijkheid worden, gestort op een individuele pensioenrekening vergelijkbaar met een ‘gewone beleggingsrekening’. Als het goed gaat groeit die rekening omdat ik iedere maand bijstort en door de mogelijke rendementen die mijn centen opleveren. Het geld op al die individuele rekeningen, wordt door pensioenfondsen belegd. Zo’n tien jaar voor mijn pensionering krijg ik ‘duidelijkheid’ over de hoogte van mijn pensioen.
Waarin verschilt dit eigenlijk van het huidige stelsel? Wat maakt die ‘individuele’ rekening waarop het wordt gestort uit, als aan de achterkant het geld op één hoop wordt gegooid en belegd? Of kan ik zelf kiezen hoeveel risico er met mijn geld wordt genomen en waarin het wordt belegd? Wordt ook in het huidige stelsel niet pas korte tijd voor de pensionering duidelijk hoe hoog het pensioen werkelijk zal zijn?
Zou u dertig tot vijfendertig jaar geld in een zwarte doos gooien, zonder tussendoor enig zicht te willen hebben op wat het oplevert? Want daar lijkt het op als je pas tien jaar vóór je pensionering enig inzicht krijgt. Wat als het dan tegenvalt en je ingelegde geld voor een belangrijk deel is verdampt? Als het fonds er een potje van maakt? Welke mogelijkheid heb je dan om de schade te herstellen? Nu dragen mijn werkgever en ik ruim twintig procent van mijn bruto salaris af als pensioenpremie. Het fonds belegt en ieder jaar krijg ik de stand van zaken. Ik kan ieder jaar kijken of ik iets aanvullends moet doen.
Waarom wordt mij, als het pensioen dan toch ‘geïndividualiseerd’ moet worden, niet de mogelijkheid geboden om de premie te gebruiken om bijvoorbeeld een huis te kopen of een gekocht huis af te betalen? Daarmee beperk ik mijn uitgaven nu en in de toekomst. Nu betaal ik minder rente en in de toekomst woon ik ‘gratis’. Zou de SER daar niet eens naar moeten kijken?