#geenvrouwopstraat, ookgeenman

“Wie de geschiedenis niet kent is gedoemd ze te herhalen,” een bekende uitspraak die we te danken hebben aan de Spaans-Amerikaanse schrijver, dichter en filosoof George Santayana. Het kennen van de geschiedenis is echter geen garantie dat ze niet wordt herhaald. Sterker nog, er zijn mensen die de geschiedenis willen herhalen om haar recht te zetten. Bregje Hofstede Correspondent Nieuw Feminisme bij De Correspondent lijkt zo iemand.

In een artikel doet zij verslag van een actie van haar actiegroep #meervrouwopstraat: “Om die scheve verhouding aan te kaarten, plakten we als symbolische eerste zet een E achter het bordje van De Dam om er een Dame van te maken, en waaierden vervolgens uit om Serafina en Jansie, Raden Adjeng Kartini, Suze Groeneweg, Beyoncé en acht andere vrouwen een plek te geven. Bij bewustwording begint het.” Want wat blijkt: “88 procent van de naar een mens genoemde straten in Amsterdam heeft een mannennaam.” Er niets mis met bewustwording alleen zullen er weinig  mensen zijn die zich er niet van bewust zijn dat de koek nog steeds niet eerlijk is verdeeld tussen man en vrouw. Sterker nog, ook binnen die groepen is de koek niet eerlijk verdeeld. 

Dan moeten er heel veel straten worden aangelegd om die scheefheid recht te trekken zo schreef ik haar. Alle straten die de komende jaren worden aangelegd moeten dan een ‘vrouwennaam’ krijgen. Als dat de bedoeling is ben je dan niet net zo eenzijdig bezig als onze voorouders? Hoe eerlijk ben je in het heden als je nu alle straten naar vrouwen gaat noemen? Er worden dan geen straten meer vernoemd naar recente ‘mannen’ die ook iets bijzonders hebben betekend. Zouden toekomstige ‘gelijkheidstrijders’ dan niet kunnen concluderen dat mannen in deze tijd ernstig werden gediscrimineerd? 

Gelukkig ziet Hofstede een alternatief: “Een mogelijkheid die weinig genoemd is tot nu toe: het meerendeel van de straten is helemaal niet naar een mens genoemd. Er zijn nogal wat eiken-, linden- en acacialanen, bijvoorbeeld. Wil je dus de bestaande mensennamen houden maar meer aandacht hebben voor tot nu toe vergeten mensen (met name vrouwen), dan zijn er veel opties.” Als die gelijkheid dan toch moet worden bereikt, is er nog een andere optie. Laten we dan alle straten die naar personen zijn vernoemd een andere naam geven. Hoeft er niet over gediscussieerd te worden of een persoon wel ‘voldoende’ heeft gedaan om een straatnaam te verdienen. Lopen we niet het risico dat onze nakomelingen ons over honderd jaar beschuldigen van het vereren van de verkeerde. En mannen, vrouwen, LHBTQIA en van welke kleur ook, worden gelijk behandeld en kunnen aanspraak maken op procentueel gezien evenveel straten, namelijk NUL.

Rijkaardweg of Pônniewaeg

In mijn geboorteplaats fietste ik vroeger door de Jan Verschurensingel, over het Professor Jansenplein en allerlei andere straten vernoemd naar een pastoor of kapelaan uit vroeger jaren. Al die namen zeiden me niets, behalve dan dat wat het bordje vermeldde: pastoor in Velden van … tot …. Later bleek dat een van die namen, professor Jansen, nog een voorvader van me was. Nu loop ik door Venlo over het Mgr Nolensplein, in de volksmond het Gaasplein, omdat er vroeger een gasfabriek (zie foto) stond en over de Deken van Oppensingel ook wel bekend als de Pônniewaeg waarvan de geschiedenis wordt bezongen in het liedje Merieke en zienen Huzaar. Vanwaar deze tocht door mijn verleden en heden?

Gaasplein

Foto: SeniorPlaza

D66 Rotterdam, nu nog in coalitie met Leefbaar Rotterdam maar straks natuurlijk niet meer, wil geen straten meer vernoemen naar ‘witte mannen’. De PvdA in onze hoofdstad is het hier helemaal mee eens en wil straatnamen naar migranten vernoemen. Volgens raadslid Sofyan Mbarki is ‘een betere afspiegeling van de diversiteit van Amsterdam’ hierbij het devies.” Dit lees ik in een korte bijdrage van Ewout Klei bij Jalta. Bij het artikel zelfs een tweet van iemand die Nijmegen als goed voorbeeld geeft: straten vernoemd naar vooraanstaande mensen uit de Indische gemeenschap. Ondanks de manier waarop de discussie wordt gevoerd, voelt Klei er wel wat voor: “Migranten en hun afstammelingen moeten zich ook thuis kunnen voelen in Nederland. Het is immers ook hun land.” En daarom: “Dus graag een Donald Jones park, een Anil Ramdas boulevard en uiteraard een Ruud Gullitlaan en een Frank Rijkaardweg,” aldus Klei. Inderdaad moet iedereen zich in dit land thuisvoelen en als straatnamen voor Rijkaard, Gullit, Ramdas en anderen daaraan bijdragen, waarom niet?

Ja, waarom niet? Tegenover de straten van al die ‘oude blanke Nederlanders’ zetten we straten van ‘gekleurde wat minder oude Nederlanders’, ter compensatie en evenwicht. Misschien niet omdat er juist nu zo’n discussie is ontstaan over straatnamen van mensen die honderd jaar geleden werden toegejuicht en nu worden verguisd? Een Heutszplein, Witte de Withstraat of een Coentunnel, roepen tegenwoordig heftige reacties op en er wordt zelfs gepleit om er andere namen aan te geven. Zou dat niet ook met mensen kunnen gebeuren waarnaar we nu straten vernoemen? Neem Gullit, een geweldige voetballer, maar als trainer wel actief in Grozny bij de club van de omstreden Ramzan Kadirov. Nu al een vlekje en wat als we voetbal in de toekomst verwerpelijk gaan vinden? Wie garandeert ons dat die ‘helden van nu’ over een paar generaties niet ook van hun sokkel vallen?

Zouden we niet af moeten zien van het vernoemen van straten en pleinen naar personen?  Liever de Pônniewaeg dan de Rijkaardweg!