In mijn geboorteplaats fietste ik vroeger door de Jan Verschurensingel, over het Professor Jansenplein en allerlei andere straten vernoemd naar een pastoor of kapelaan uit vroeger jaren. Al die namen zeiden me niets, behalve dan dat wat het bordje vermeldde: pastoor in Velden van … tot …. Later bleek dat een van die namen, professor Jansen, nog een voorvader van me was. Nu loop ik door Venlo over het Mgr Nolensplein, in de volksmond het Gaasplein, omdat er vroeger een gasfabriek (zie foto) stond en over de Deken van Oppensingel ook wel bekend als de Pônniewaeg waarvan de geschiedenis wordt bezongen in het liedje Merieke en zienen Huzaar. Vanwaar deze tocht door mijn verleden en heden?
Foto: SeniorPlaza
“D66 Rotterdam, nu nog in coalitie met Leefbaar Rotterdam maar straks natuurlijk niet meer, wil geen straten meer vernoemen naar ‘witte mannen’. De PvdA in onze hoofdstad is het hier helemaal mee eens en wil straatnamen naar migranten vernoemen. Volgens raadslid Sofyan Mbarki is ‘een betere afspiegeling van de diversiteit van Amsterdam’ hierbij het devies.” Dit lees ik in een korte bijdrage van Ewout Klei bij Jalta. Bij het artikel zelfs een tweet van iemand die Nijmegen als goed voorbeeld geeft: straten vernoemd naar vooraanstaande mensen uit de Indische gemeenschap. Ondanks de manier waarop de discussie wordt gevoerd, voelt Klei er wel wat voor: “Migranten en hun afstammelingen moeten zich ook thuis kunnen voelen in Nederland. Het is immers ook hun land.” En daarom: “Dus graag een Donald Jones park, een Anil Ramdas boulevard en uiteraard een Ruud Gullitlaan en een Frank Rijkaardweg,” aldus Klei. Inderdaad moet iedereen zich in dit land thuisvoelen en als straatnamen voor Rijkaard, Gullit, Ramdas en anderen daaraan bijdragen, waarom niet?
Ja, waarom niet? Tegenover de straten van al die ‘oude blanke Nederlanders’ zetten we straten van ‘gekleurde wat minder oude Nederlanders’, ter compensatie en evenwicht. Misschien niet omdat er juist nu zo’n discussie is ontstaan over straatnamen van mensen die honderd jaar geleden werden toegejuicht en nu worden verguisd? Een Heutszplein, Witte de Withstraat of een Coentunnel, roepen tegenwoordig heftige reacties op en er wordt zelfs gepleit om er andere namen aan te geven. Zou dat niet ook met mensen kunnen gebeuren waarnaar we nu straten vernoemen? Neem Gullit, een geweldige voetballer, maar als trainer wel actief in Grozny bij de club van de omstreden Ramzan Kadirov. Nu al een vlekje en wat als we voetbal in de toekomst verwerpelijk gaan vinden? Wie garandeert ons dat die ‘helden van nu’ over een paar generaties niet ook van hun sokkel vallen?
Zouden we niet af moeten zien van het vernoemen van straten en pleinen naar personen? Liever de Pônniewaeg dan de Rijkaardweg!
Pingback: Neutrale politici – Ballonnendoorprikker