‘De gewone man’

Henk Spaan en Harry Vermeegen kenden in de jaren tachtig, tenminste wat mij betreft, hun televisiehoogtepunt met het programma Pisa. Het programma was, geloof ik, vernoemd naar de eerste buitenlandse club van Wim Kieft maar dat doet er niet toe. Naast de reeks met ‘Popie Jopie’ waarin het bezoek van paus Johannes Paulus II aan Nederland op de hak werd genomen, staat mij vooral de serie over de gewone man bij. Aan die ‘gewone man’ moest ik denken bij het lezen van het artikel De sociale wetenschap kan wel wat meer subjectiviteit gebruiken van Ashley Chin bij De Correspondent.

Royalty-free Opel, Kadett photos free download | Pxfuel
Bron: Pxfuel

“Omdat ik mij niet herkende in onderzoeken naar migrantenfamilies, tekende ik het migratieverhaal van mijn Chinees-Surinaamse familie op. En voor zulke persoonlijke perspectieven zou meer ruimte moeten zijn in de sociale wetenschap.” Zo begint Chens artikel. En omdat Chen zich niet herkent, kunnen de sociale wetenschappen meer subjectiviteit gebruiken. Chens familie komt oorspronkelijk uit de regio Guangdong in het zuiden van China. Haar voorvaderen trokken in 1858 van daaruit naar Suriname om te gaan werken op de plantages. Door de afschaffing van de slavernij moesten er immers nieuwe arbeidskrachten komen. Toen Chen dit verhaal aan haar Nederlandse schoolklas vertelde, werd ze ongelovig aangekeken: “Zocht ik in mijn schoolboeken het hoofdstuk over de Nederlandse koloniale geschiedenis, stond er geen woord geschreven over Chinese, Javaanse of Hindostaanse ‘contractarbeiders’. Het was alsof dit specifieke stukje koloniale geschiedenis niet bestond buiten mijn gemeenschap.”

Ik kan zowel haar verwondering als het ongeloof van haar klasgenoten begrijpen. De geschiedenisboeken op school zijn immers een kleine selectie uit het onuitputtelijke en met de seconde groeiende historische vat. Daar kan onmogelijk alles in worden behandeld. Zeker in onze tijd waarin de klaslokalen worden bevolkt door kinderen uit alle windstreken en landen, is het onmogelijk om iedereen zich te laten herkennen. Daar is het geschiedenisonderwijs ook niet voor bedoeld. Dat is bedoeld om kinderen wegwijs te maken in onze samenleving. Bij dat wegwijs maken hoort een beeld van het ontstaan van onze huidige samenleving. Daarbij is kennis van het verleden van de Ashanti of de Hmong en hun samenleving minder belangrijk. Het leven van het grootste deel van de kinderen zal zich immers hier afspelen en niet in Afrika of Zuidoost-Azië. Dus dat een Ashanti in Nederland zich niet ‘herkent’ in de onderwezen geschiedenis is niet vreemd. Net zoals de verwondering van die Ashanti dat de rest van de klas het Ashanti-verhaal in het algemeen en het leven van de betreffende persoon in het bijzonder niet kent, is te begrijpen. Dat maakt de subjectieve geschiedenissen van een Ashanti en ook van Chen in Nederland niet onbelangrijk. Ze bieden andere perspectieven en die zijn altijd welkom.

Wat mij verwondert, is de bijzondere interpretatie die Chen geeft aan wetenschap in het algemeen en sociale wetenschap in het bijzonder. Uit het artikel concludeer ik dat Chen het begrip objectief een heel andere betekenis geeft, dan het in de sociale wetenschappen heeft. Dat concludeer ik uit de aanhalingstekens waartussen zij het woord steeds plaatst. Voor een wetenschapper is iets objectief als het onafhankelijk is of met andere woorden, losstaat van een individuele waarneming of voorkeur. Het komt op mij over dat Chen objectief interpreteert (als de enige) waarheid en dat is niet wat een wetenschapper met objectief bedoeld. Een wetenschapper begint met een theorie een mogelijke verklaring van het fenomeen dat wordt onderzocht. Die theorie is objectief, ze is zonder waarnemingen te begrijpen. Vervolgens onderzoekt de wetenschapper of die theorie de werkelijkheid kan verklaren door ze te toetsen aan vele ‘individuele geschiedenissen’, die geschiedenissen zijn subjectief. Immers ieder individueel verhaal is anders. Uit die individuele verhalen haalt de wetenschapper grote lijnen en overeenkomsten waaraan een groot deel van de waarnemingen voldoet. Een individuele geschiedenis, zoals die van Chens familie zal daarom nooit één op één lopen met de geschiedenis van migratie. Het is er wel een onderdeel van. En als de wetenschapper een aanhanger is van de Oostenrijkse filosoof Popper, dan wordt er gezocht naar ontkrachting van de theorie.

Ter verduidelijking ‘de gewone man’ van Spaan en Vermeegen waarmee ik begon. In hun programma gaan ze op zoek naar ‘de gewone man’. Die ‘gewone man’ kun je zien als de ‘gemiddelde Nederlander’ en die reed in die tijd een Opel Kadett (best verkochte auto), waste op maandag, at woensdag gehakt, had twee kinderen en zo waren er veel meer kenmerken. De zoektocht was tevergeefs want elke Kadett-rijder had wel iets wat niet ‘gewoon’ is bijvoorbeeld vier kinderen, hij eet geen vlees of draagt een jurk. En loslopende mannen die gewoon lijken, rijden geen Kadett of een Kadett met spoiler. Spaan en Vermeegen bedrijven geen wetenschap maar laten op een humoristische wijze zien dat je de objectieve ‘gewone man’ nooit subjectief tegen het lijf zult lopen. De kans dat een man op alle aspecten precies overeenkomt met de gemiddelde, en dus dé gewone man is te verwaarlozen. Vanuit al die ‘net niet’ gewone mannen kun je echter wel een objectieve schets van de ‘gewone man’ maken. En als twee mensen dat op eenzelfde moment doen dan kan het tot twee verschillende objectieve schetsen leiden. Net zoals twee economen eenzelfde fenomeen anders objectief kunnen beschrijven en in de subjectieve waarnemingen een bevestiging van hun gelijk kunnen vinden. Behalve dan als ze allebei de Popper-methode’ gebruiken want dan zullen ze allebei de ontkenning van hun objectieve theorie beschrijven.

“Want wat is de waarde van sociaalwetenschappelijke kennis wanneer de mensen over wie het gaat, zichzelf niet meer herkennen? En wat leert die kennis ons nog over de werkelijkheid waarin we leven wanneer de sociale wetenschap generatie op generatie belangrijke verhalen onverteld laat?” Zo sluit Chen haar artikel af. De waarde van de sociale wetenschap zit nu juist in inzichten die het individuele overstijgen. En als antwoord op de laatste vraag, de wetenschap is niet bedoeld om verhalen te vertellen maar om de wereld te begrijpen.  

Niet dat die verhalen niet verteld mogen worden. Er is niets tegen meer van die persoonlijke beschrijvingen waar Chen om vraagt. Maar dan als niet meer dan dat, een persoonlijke beschrijving. Immers Chens beschrijving van de familiegeschiedenis kan en zal een andere zijn dan die van een ander lid van haar familie.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.