Mijn enige conclusie na het lezen van een artikel van religiewetenschapper Kaj Brens in de Volkskrant is dat de Nederlandse staat kan tijdreizen. Hoe zij dat doet, is mij een raadsel. Dus graag een Kamerdebat hierover zodat de onderste steen boven komt! Hoe ik tot die conclusie kom?

“We worden ons in Nederland steeds bewuster van de rol die de staat speelde in deze zwarte bladzijde van de vaderlandse geschiedenis. De rol die de kerk speelde, blijft echter relatief onderbelicht. Draagt het christelijk geloof ook verantwoordelijkheid voor ons slavernijverleden?” Dat vraagt Brens zich af. Brens sluit af met de woorden: “Als de Nederlandse staat verantwoordelijk was voor het implementeren van de slavenhandel, dan was de kerk zonder meer verantwoordelijk voor het vergoelijken ervan.” Een wel heel bijzondere uitspraak en dat is niet de enige.
In zijn artikel loopt Brens het Oude en Nieuwe testament na op zoek naar uitspraken over slavernij. Zijn conclusie: “Nergens in de Bijbel wordt slavernij dan ook ondubbelzinnig afgewezen, veroordeeld of verboden. Integendeel. De Heilige Schrift lijkt deze misdaad tegen de mensheid vaak stilzwijgend toe te staan en soms zelfs expliciet te steunen.” Dat de beide Testamenten geen ‘ondubbelzinnige’ afwijzingen, veroordelingen of verboden bevatten, hoeft niet te verbazen. Al die verhalen zijn geschreven in een tijd dat slavernij de normaalste zaak van de wereld was. Een tijd dat het de normaalste zaak van de wereld was om: “alle mannen ter dood (te brengen), maar de vrouwen, de jonge meisjes die nog nooit met een man hebben geslapen ‘en het vee en alles wat er aan goederen in de stad is,” buit te maken. En het: “etnisch gehalte,” dat Brens in Leviticus: “want ‘als slaven en slavinnen kun je mensen kopen uit de omringende volken, of de vreemdelingen die bij jullie wonen,” was in die tijd de gewoonste zaak van de wereld. En zo dachten alle volkeren erover. Over dergelijke zaken kun je je als wetenschapper in de eenentwintigste eeuw verbazen. Het enige wat die verbazing laat zien, is je gebrek aan wetenschappelijke houding.
Dat gebrek blijkt nog meer uit het gebruik van de woorden ‘misdaad tegen de menselijkheid’. Woorden die voor het eerst in de processen van Neurenberg (1945-1946) en Tokio (1946-1948) worden gebruikt. Woorden uit een heel ander tijdperk, voor wat het Oude Testament betreft zo’n 3 millennia en wat betreft het Nieuwe Testament bijna 2 millennia later. Gaan we nog wat verder terug, bijna vier millennia geleden stelde de Babylonische koning Hammurabi zijn beroemde Codex op, het oudste bewaard gebleven wetboek. In die Codex werd ook een en ander geregeld over slavernij. Zo kon je slaaf worden als krijgsgevangene, als veroordeeld misdadiger en door schulden. Het hoofd van de familie kon leden van zijn familie als slaaf verkopen om schulden in te lossen. Ook werd de verantwoordelijkheid van de slavenhandelaar geregeld, die moest bepaalde garanties geven voor de slaven die hij verhandelde, zoals een soort ‘niet goed geld terug regeling’ als de slaaf binnen een bepaalde tijd ziek werd. De Codex bepaalde ook een paar situaties waardoor je weer vrij werd. Zo werd een schuldslaaf na drie jaar weer vrij en kon een slavin drie jaar na het overlijden van haar eigenaar worden vrijgelaten of als ze hem een kind had gebaard.
En via de Codex Hammurabi kom ik weer bij de zin waarmee Brens zijn artikel afsluit, de zin dat ‘de Nederlandse staat verantwoordelijk was voor het implementeren van de slavenhandel’. Was de Nederlandse staat dan ook verantwoordelijk voor het opstellen van die Codex Hammurabi, want die regelde al het handelen in slaven? Hoe kan een staat die in de negentiende eeuw van onze jaartelling ontstond omdat het de grote machten van die tijd goed uitkwam, verantwoordelijk zijn voor het invoeren, want dat is implementeren, van iets wat al eeuwen aan de gang was? De enige manier waarop dat kan is via tijdreizen. Door net zoals Marty McFly in Back to the Future heen en weer te reizen in de tijd. Of moeten we ernstig twijfelen aan de wetenschappelijke kwaliteiten van Brens?