Volgens PVV-er Martin Bosma zitten we in Nederland in de kramp. Die kramp wordt veroorzaakt door: “al dat identiteitsgetoeter en doordat we dus heel het begrippenapparaat dat een kwart eeuw geleden werd ontwikkeld op Amerikaanse universiteiten om dat over te nemen en mensen in allerlei raciale hokjes te douwen en mensen moeten dan hun huidskleur worden.” Zo zegt hij in een interview met Ongehoord Nederland. Nu ben ik het zelden met de PVV of een PVV-er eens, maar dat er ‘identiteitspolitiek’ niet goed is voor een samenleving, daar is veel voor te zeggen. ‘Identiteitspolitiek’ verdeelt mensen in ‘wij’ en ‘zij’. Toch voel ik de schoen ergens knellen.

Dat ‘identiteitsgetoeter’ waar Bosman tegen fulmineert, is gebaseerd op het ‘intersectioneel denken’. In dit denken wordt je identiteit bepaald door je sekse, gender, huidskleur, beperkingen, opleiding, beroep, religie, geboorteplaats en nog veel meer. Al deze ‘assen’ zoals ze het noemen kennen een machtsverdeling: man is macht, vrouw is machteloos, universitaire bul is macht alleen vmbo is machteloos enzovoorts. Zit je aan de ‘macht’ kant van een as, dan heb je op dat punt ‘privilege’. Je ‘identiteit’ wordt bepaald door het punt waar al die ‘assen’ zich kruisen. Op die kruispunten zouden we elkaar dan moeten vinden. In extremis leidt dit er echter toe dat ieder individu op zijn eigen kruispunt staat en dat we elkaar nooit zullen vinden. Dit zorgt voor een hele zware en statische ‘identiteit’. Zelf denk ik anders over identiteit, ik zie mijn identiteit veel meer fluïde of licht. Dat Bosman hiertegen ageert, kan ik goed begrijpen.
Die knellende schoen zit op een ander punt. Dit is namelijk niet het enige ‘identiteitsgetoeter’ waar we mee te maken hebben. Er is een andere, minstens zo starre, verdelende en polariserende vorm. Een oude, negentiende-eeuwse vorm in een nieuw jasje: de nationalistische vorm. De vorm waarvan Bosma’s partij een van de grote voorvechters is. Een vorm die begint met het bekende mantra: ‘wij zijn een joods, christelijk, humanistische samenleving’. Daarbij vergetende dat die christenen elkaar onderling eeuwenlang de tent uit hebben gevochten en dat ze gezamenlijk nogal afwerend, om het zacht uit te drukken, stonden tegenover joden. Vervolgens wordt er nog iets aan toegevoegd over ‘trots op Nederland’ en nog wat ‘trots op onze geschiedenis’. Een verhaal waarmee iedereen die niet joods, christelijk of humanistisch is of wiens voorouders geen deel uitmaakten van die trotse geschiedenis wordt buitengesloten. Die hoort er niet bij en zal er ook nooit bij horen. Een moslim bijvoorbeeld: “Nederland de-islamiseren … Alle moskeeën en islamitische scholen dicht, verbod koran,” of: “Criminelen met een dubbele nationaliteit denaturaliseren en uitzetten,” aldus het programma van Bosma’s partij. Dit ‘identiteit-getoeter’ dat in de jaren tachtig van de vorige eeuw werd verwoord door de verketterde Centrumpartij van Hans Janmaat met de woorden: ‘we schaffen de multiculturele samenleving af’, is sinds een kwarteeuw bijzonder populair geworden. Ook dit ‘identiteitsdenken’ maakt van identiteit iets zwaars en statisch.
Zou Bosma in de gaten hebben dat de ‘kramp’ in Nederland ook door het ‘nationalistische identiteitsgetoeter’ wordt veroorzaakt? Getoeter waarin hij en zijn PVV en sinds een paar jaar ook Baudet en zijn Forum voor Democratie een hoofdrol vertolken. Dit toetert namelijk met hoofdletters tegen grote groepen mensen: ‘jullie zullen er nooit bij horen’.
Pingback: De persoon, de minister en de opvattingen – Ballonnendoorprikker
Pingback: Wat wil het volk? – Ballonnendoorprikker