Mijn woonplaats Venlo kreeg een prominente plek in de verkiezingscampagne voor het Europese Parlement. Deze keer niet omdat de in deze gemeente geboren Wilders zo’n belangrijke rol speelde. Of misschien toch omdat de partijen die Venlo als voorbeeld gebruikten, de VVD en het FdV, stemmen wilden afpakken van Wilders? Ik denk het niet. Nee, ik denk dat het met de grensligging van Venlo te maken had en het vele vrachtverkeer dat via ‘logistiek knooppunt Venlo’ het land inkomt en uitgaat.
Zo wil het FvD weer een stevige grensbewaking invoeren om te voorkomen dat ‘migranten via Venlo ons land binnenkomen’. De VVD wil hetzelfde, voorkomen dat migranten ons land binnenkomen, maar wil Venlo ‘verplaatsten’ naar Lesbos en Lampedusa’.

Ook wil het FvD, of tenminste een deel van die partij waartoe in ieder geval leider Baudet behoort, dat Nederland de complete Europese Unie verlaat. Bij die ideeën gaan mijn gedachten terug naar mijn jeugd. Toen stonden de douaniers aan de grenzen van Venlo. Aan de ene kant de Nederlandse die het verkeer vanuit Duitsland controleerden en aan de andere kant de Duitse die het verkeer dat vanuit Nederland het land inkwam, controleerden. Dat leidde toen al geregeld tot flink oponthoud aan de grenzen.
Nou ja, al het verkeer. Als opgroeiende puber ging ik, net als veel van mijn leeftijdsgenoten, in de zomer graag zwemen in Walbeck net over de grens met Duitsland. Zo’n mooi en groot zwembad met een zo’n lage entreeprijs lag er in Nederland in de wijde omgeving niet. Voor vijftien Duitse Marken, in Nederlandse guldens zo’n fl. 16,50, kocht je een tienrittenkaart. Maar om daar te komen moest je de grens over en dus je paspoort meenemen en soms lang wachten. En dat wachten daar hadden we het geduld niet voor. Dus zochten we onze weg via bospaadjes en gingen we illegaal de grens over. Een beetje zoals veel vluchtelingen nu. Maar ook die werden soms gecontroleerd en dat maakte het tot een spannende fietstocht. Diezelfde en andere paadjes, werden in de jaren vijftig en zestig gebruikt om spullen, zoals boter, de grens over te smokkelen.
Sinds mijn jeugd is het wagenpark in Nederland meer dan verdubbeld. Tussen mijn jeugd (1980) en 2007 nam het wagenpark met 70% toe en sinds 2007 is het wagenpark met weer zo’n 16% gegroeid. Dat zal voor onze buurlanden niet zoveel anders zijn. Als het toen al geregeld ‘stroopte’ aan de grens, hoe zal het dan zijn als er nu weer gecontroleerd gaat worden aan de grens?
Ik weet niet of het toeval is, maar ook deze week las ik een bericht over de atlas der gemeente. De lijst met meest aantrekkelijke Nederlandse steden. Als jaren staat Amsterdam bovenaan en al jaren bungelt Venlo, net als andere Limburgse steden, onderaan de lijst. Om die ranglijst te bepalen wordt er naar veel zaken gekeken zoals de beschikbaarheid van werk, de prijs van huizen, de aanwezige natuur, de nabijheid van zee en nog wat andere zaken.
Venlo scoort slecht omdat het aan de grens ligt en alles wat over die grens ligt, daar wordt niet naar gekeken. Zo is de hoeveelheid natuur in de omgeving beperkt. Klopt, tussen de Maas en de grens is immers maar een kilometer of vijf plek en daar past niet veel op. Als je echter van de Groote Hei de grens over fietst of wandelt, dan loop je zo het bos in en niet veel verder kom je bij de prachtige Krickenbeker Seen. Voor degenen die geen Duits begrijpen, in Duitsland is een meer een ‘See’ en de zee een ‘Meer’. Op het grootste deel van zowel de Groote Hei als het Duitse natuurschoon, was in de Tweede Wereldoorlog trouwens het grootste Duitse militaire vliegveld van West Europa gevestigd: Fliegerhorst Venlo. De restanten ervan zie je nog links en rechts tussen het natuurschoon.
Nu wil het geval dat de onderzoekers achter de lijst ook eens hun ‘grenzen hebben verlegd’. En wat blijkt, dan stijgen de Limburgse steden ineens naar topposities in de lijst. Maastricht en Heerlen in de top tien en Venlo naar plek elf. Als ‘Venlonaer’ verbaast mij die hoge klassering niet. Het verbaast mij wel dat Heerlen en Maastricht hoger staan maar dat kan aan mij liggen. Het verbaast mij niet omdat er aan de andere kant van de grens een veel grotere wereld ligt dan aan deze kant. Als ik driekwartier autorijdt vanuit Venlo dan ben ik aan de Nederlandse kant in Eindhoven, Nijmegen en nog niet eens in Maastricht. Ga ik de grens over dan ben ik in Duisburg, een stad met bijna een halfmiljoen inwoners, een van de grootste binnenhavens en op weg daarnaartoe passeer ik Krefeld met 225.000 inwoners, net zo groot als Eindhoven en groter dan Maastricht en Nijmegen. Ook ben ik in Düsseldorf de hoofdstad van deelstaat Nordhein-Westfalen met ruim 600.000 inwoners. Daarbij passeer ik Mönchengladbach met bijna 260.000 inwoner groter dan … . Een gebied met nu twee clubs in de Bundesliga. Maak ik er een uur en een kwartier van, dan ben ik aan de Nederlandse kant in Tilburg en Arnhem. Aan de Duitse kant in miljoenenstad Keulen, in Dortmund met meer dan 580.000 inwoners. het aantal clubs in de Bundesliga groeit dan met vier (1. FC Köln, Borussia Dortmund, Bayer Leverkusen en Schalke 04 waarvan er twee zich hebben geplaatst voor de Champions League).
Een gebied met veel inwoners waar naast dat er op hoog niveau wordt gevoetbald vele musea te bezoeken zijn. Waar je naar pop- en andere concerten kunt. Waar je tegen een goede prijs, goed kunt eten. Een gebied waar je, als je de taal spreekt, goede kansen op een baan hebt en waar het prettig en goedkoper wonen is dan aan deze kant van de grens.

Een Nexit zou daaraan abrupt een einde maken. Dan ligt Venlo weer ingesloten tussen de Maas en Baudets grenshek. Dan worden de mogelijkheden van de Venlonaar ineens weer flink begrensd. Dan ligt het zwembad in Walbeck, het bestaat nog steeds, ineens weer veel verder weg en staat er een hek over het oude Fliegerhorst Venlo en kan ik niet meer naar de Krickenbecker Seen wandelen. Ook moet ik dan afscheid nemen van mijn twee softbal-teamgenoten van ‘euver de päöl’. Naast douanier is smokkelaar dan de enige beroepsgroep, als je smokkelaar een beroep mag noemen, die er wel bij vaart.
Pingback: Kansberekening – Ballonnendoorprikker