Verdwalen tussen de kruispunten

In-ter-sec-tio-na-li-teit. Het klinkt ingewikkeld, onbekend en academisch.” De eerste zin van een artikel van Seada Nourhussen bij Oneworld. “ Intersectionaliteit erkent de macht of onmacht die de verschillende assen van identiteit met zich meebrengen.” Ze legt het uit: “Zo ben ik vrouw (geslacht), zwart (ras), migrant en heb ik een islamitische achtergrond (religie). Deze zaken stellen mij achter in een samenleving gedomineerd door witte mannen. Maar ik ben ook cis (mijn seksuele identiteit komt overeen met het geslacht waarin ik ben geboren), hetero (seksualiteit), theoretisch opgeleid en hoofdredacteur (klasse).Op dat vlak geniet ik weer meer privileges dan iemand die zich als non-binair persoon identificeert, praktisch opgeleid en financieel arm is.” Je identiteit is dus een optelling van al die zaken. 

Als ik het goed begrijp ben ik dan een man en blank. Ik ben geen migrant want ik woon nog in de buurt van mijn geboorteplaats. Ik ben katholiek opgevoed maar geloof nergens in. Ik ben ook cis, zo begrijp ik nu, al vraag ik mij af of dat wat over mijn identiteit zegt omdat het begrip mij niets zegt en ik me afvraag wat het nut van dit begrip is. Ik ben een theoretisch opgeleide hetero die als zzp’er actief is in overheidsland en schrijf stukjes op mijn eigen site. 

Bron: Wikipedia

Hoe verhouden mijn ‘privileges’ zich nu tot die van Nourhussen? Omdat onze wereld, zo schrijft Nourhussen, wordt gedomineerd door ‘witte mannen’ zou ik meer privileges hebben. Zij is immers een zwarte vrouw met een migratie verleden. Qua opleiding scoren we gelijk. Zij is hoofdredacteur en trad en treedt geregeld op in andere media. Die vragen mij nooit. Haar stem rijkt daardoor verder dan de mijne. Wie van ons tweeën heeft dan de meeste privileges?

Volgens Nourhussen is dat kruispuntdenken essentieel; “Wanneer je vecht tegen klimaatverandering, maar geen oog hebt voor racisme is je strijd niet inclusief en dus ook niet effectief. En als je strijdt tegen seksisme, maar geen oog hebt voor validisme (discriminatie van mensen met een functiebeperking) doe je alsnog aan uitsluiting. Een gebrek aan kruispuntdenken kan onderdrukking zo bestendigen bínnen bewegingen die vooruitgang pretenderen.” Volgens Nourhussen moeten we aan al die ‘kruispunten’ aandacht besteden als we de wereld beter willen maken en achterstelling van mensen bestrijden. Ze constateert dat: “de frontlinies van progressieve bewegingen nog zo ver uit elkaar liggen.”  

Gelukkig zijn er mooie voorbeelden: “In de ballroom culture in New York bijvoorbeeld, waar queer mensen van kleur hun eigen magische wereld creëren, waar ze beschermd zijn tegen de uitsluiting en onderdrukking van zowel de witte gay scene als cis hetero’s.”  Ik vraag me af wat er zo mooi aan een ‘eigen eiland’ is? Zo’n eiland dat anderen uitsluit omdat ze wit en gay of zwart en cis zijn.

Volgens Nourhussen komt alles samen op die verschillende kruispunten: “Daar moeten we elkaar zien te ontmoeten,” zo sluit ze haar artikel af.  Ik zie door al die kruispunten het bos niet meer. Bovendien zijn er kruispunten waar ik helemaal niet kan komen omdat ik niets heb met de betreffende ‘assen van identiteit’. Een bijzondere theorie die eerst de wereld en vooral de mens in kleine stukjes hakt en vervolgens iedere mens een aantal van die stukjes toedeelt en die toedeling ‘identiteit’ noemt. Stukjes die niet kunnen worden veranderd. 

Hoeveel zin heeft het om alle energie te verspillen aan indelen van mensen in categorieën die ze niet kunnen veranderen en daar vervolgens een belangrijk punt van maken. Kleine stukjes die alle energie op hun eigen eigenheid en problemen richten en zich daarbij afzetten tegen andere kleine stukjes.

Zou dat ‘ontmoeten’ niet veel makkelijker worden als er niet wordt verdeeld maar verbonden? Als er niet gezocht wordt naar verschillen, naar die kleine stukje, maar naar het geheel? Dat geheel heet mens en het streven wat al die verschillende groepjes delen is dat ze gelijk willen worden behandeld en gelijke kansen willen hebben in de wereld. Als dat de gemeenschappelijke deler is, waarom dan eerst verdelen en vervolgens elkaar proberen te vinden op kruispunten? Dan kan alle energie worden gericht om dat doel van een betere wereld te bereiken. 

“Daarom is kruispuntdenken ook cruciaal voor progressieve bewegingen,” schrijft Nourhussen. Ik denk inderdaad dat het cruciaal is. Cruciaal om ermee te stoppen zodat we niet verdwalen tussen de kruispunten, maar elkaar vinden in het geheel.