“Onderzoekers hebben lijsten aangetroffen met namen en achtergronden van 1.500 sollicitanten; aan 225 van hen werd een baan bij de gemeente ontzegd omdat er vermoedens bestonden van homoseksualiteit. Ook als een sollicitant een homo in familie- of vriendenkring had, kon dat reden zijn die persoon te weren.”
De eerste alinea uit een artikel in de Volkskrant. Schande! Discriminatie! En: “het COC (vindt) nieuwe excuses op zijn plaats.” De uitspraken schande en discriminatie worden, net als de vraag om excuses, in het heden gedaan. De lijsten komen uit het verleden, ze zijn tijdens archiefonderzoek gevonden en hebben betrekking op de jaren vijftig van de vorige eeuw.
Illustratie: Pixabay
Als we even verder zoeken dan komen we ook lijsten tegen van mensen met echte of vermoede communistische sympathieën die geweerd moesten worden. Bij het doorzoeken van de archieven komen we wellicht ook de brieven tegen waarmee vrouwen ontslag werd aangezegd op het moment dat ze in het huwelijk traden. Gaan we iets verder terug dan zullen er vast ook wel ‘ketterlijsten’ te vinden zijn van de inquisitie of heksenlijsten. Allemaal activiteiten die ‘met de kennis van nu’ anders hadden gemoeten, daar zullen veel mensen het over eens zijn. Veel, niet allemaal want ook nu zijn er veel mensen die nog denken met de ‘kennis van toen’.
Aan die lijsten van ‘toen’ die met de ‘kennis van nu’ anders hadden gemoeten, kunnen we heel veel aandacht besteden. We kunnen gezagsdragers van nu er excuses voor laten maken of parlementaire onderzoeken aan wijden. Dat kan allemaal, het verandert echter niets aan het gegeven dat de ‘kennis van nu’, er ‘toen’ niet was. Dat men het ‘toen’ met de ‘kennis van toen’ moest doen. Alhoewel niet was? In sommige gevallen was de ‘kennis van nu’ er ‘toen’ ook, alleen was die kennis nog geen gemeengoed. Was die ‘kennis’ bekend bij een groep die men toen wellicht ‘extremisten’ noemde of ‘nieuwlichters’ die tegen de ‘traditie’ dachten en handelden.
Dat brengt mij bij iets ander. Zouden we van die lijsten kunnen leren, dat we eens goed moeten kijken naar de ‘lijsten van nu’? Of iets breder, naar zaken die nu voor ‘normaal’ doorgaan om dat ze met de ‘kennis van nu’ normaal lijken, maar waarvoor met de ‘kennis van straks’ straks excuses aangeboden moeten worden?
Hoe zal met de ‘kennis van straks’ gekeken worden naar bijvoorbeeld de ‘opvang in de regio’, het ‘inburgeringsexamen‘ of de ‘participatieverklaring’? Zaken waarbij je met de ‘kennis van nu’ al kunt zeggen dat men er in de toekomst schande van gaat spreken, alleen word je nu als ‘niet goed snik’ of ‘dromer’ weggezet als je er iets van zegt.