Probleembonus of bonusprobleem?

Minister Kamp blijft droevig gestemd over de Brexit, zo valt in de Volkskrant te lezen. Kamp: “Het raakt me elke keer als ik het erover heb.” Maar, zoals de beroemde Nederlandse voetbalfilosoof Johan Cruijff, al zei: ieder nadeel heb z’n voordeel. Zo ook de Brexit: “Het levert ons kansen op, maar ik had die kansen liever niet gehad.” Die kansen bestaan uit het hierheen halen van bedrijven vooral uit de financiële sector. Die kansen wil Kamp benutten, want: “dat kan leiden tot duizenden nieuwe banen in Nederland en honderden miljoenen aan belastinginkomsten.” Alleen wordt Kamp erg gehinderd bij het benutten van die kansen: “Het bonusplafond is een reëel probleem voor bedrijven. Een grote bank overweegt naar een andere plek te gaan en denkt zijn topmensen aan zich te binden met een hoge bonus.” Daarom wil Kamp opnieuw naar het pas vastgestelde ‘bonusbeleid’ kijken: “het is altijd verstandig om op actuele ontwikkelingen te reflecteren.”

bonussen

Illustratie: Pixabay

Dat is inderdaad verstandig, daarin moet ik minister Kamp gelijk geven. Laten we eens met Kamp mee-reflecteren. Op de vraag van de De Volkskrant of we die banken wel naar hier moeten halen terwijl de kredietcrisis liet zien dat Nederland al kwetsbaar was vanwege de grote financiële sector, antwoordt Kamp dat het: “om grote internationale banken zoals JP Morgan (gaat). Die vertolken een grote rol in het internationale financiële verkeer en dat blijven ze doen.” Is het zijn van een ‘grote internationale speler’ een reden de kwetsbaarheid van Nederland te vergroten? Zijn grote internationale banken die een belangrijke rol spelen, onkwetsbaar? Was Lehman Brothers dan een kleine lokale speler of AIG, The Royal Bank of Scotland? Waren banken zoals Fortis en ING die in Nederland voor de grote problemen zorgden waarvoor de overheid opdraaide, niet ook belangrijke internationale spelers?

De reden om de bonussen aan banden te leggen, was om een einde te maken aan ‘perverse prikkels’. Om, zoals minister Dijsselbloem in 2013 bij RTL Z uit de doeken deed, een einde te maken aan: “gericht op korte termijn winsten die een dag later vervlogen kunnen zijn of waarvan de risico’s bij anderen terecht komen.” Is dat risico op ‘perverse prikkels’ nu verdwenen? Zijn bedrijven en vooral financiële instellingen nu gericht op de lange termijn? Wijzen de activiteiten van ‘activistische beleggers’ op gerichtheid op de lange termijn of op snelle winsten? Neem het voorbeeld Unilever, dat bedrijf gooit een belangrijk deel van haar doelstellingen voor wat betreft duurzaamheid in de prullenbak om op de korte termijn die ‘activistische belegger’ tevreden te houden. Herformuleert Kamp het probleem van de bonussen niet tot een bonusprobleem?

Als laatste de belangrijkste vraag, zijn de problemen in de financiële sector die tot de kredietcrisis leidden, opgelost of draait het systeem op gratis (belasting)geld van de Europese Centrale Bank? Gratis geld dat zorgt voor nieuwe luchtbellen?

Rooffonds Dijsselbloem

Afgelopen maand kwam er definitief een einde aan V&D. Failliet en een doorstart zat er niet in. Hierdoor verloren duizenden mensen hun baan. Hieraan moest ik denken toen het volgende in de Volkskrant las: “Met instemming van de enige aandeelhouder, het ministerie van Financiën, stoot de NS winstgevende stationswinkels en busbedrijf Qbuzz af. Het spoorbedrijf wil zich toeleggen op zijn kerntaak, het rijden van treinen op het hoofdrailnet.” Zo valt te lezen. De NS doet dit op aandringen van de enige aandeelhouder, de Nederlandse staat. Die drong, bij monde van minister Dijsselbloem, aan op een strategische heroriëntatie en gaf de gewenste richting meteen aan: het op tijd laten rijden van de treinen op het hoofdrailnet.

SAMSUNG DIGITAL CAMERA
Foto: www.ovinnederland.nl

Positief dat de minister er bij de NS op aandringt dat de treinen op het hoofdnet op tijd moeten rijden. Positief maar ook vreemd. Vreemd omdat dit is wat de treinreiziger, de klant, verwacht. En de klant is toch koning?

Maar ook vreemd op een andere manier. De onderdelen die de NS gaat afstoten droegen voor een aanzienlijk deel bij aan de winst van het bedrijf. Winstgevende delen worden verkocht. Als aandeelhouder zou ik hier niet blij mee zijn. Hogere winst is toch beter voor mijn dividend? Natuurlijk, de verkoop van winstgevende onderdelen zal eenmalig een flink bedrag opleveren en dat zal de winst in de jaren van die verkoop flink doen toenemen. Maar hoe zit het met de jaren daarna? Wat blijft er dan nog over?  Maakt het bedrijf dan nog winst?

Waarom moest ik hierbij denken aan V&D? Natuurlijk was de gebrekkige aansluiting tussen de winkelformule en de wensen van de klant een probleem. Maar speelde er niet meer? Was het ooit trotste V&D niet in handen van een Private Equity fonds? Of eigenlijk verschillende na elkaar. Hebben die het bedrijf niet ontmanteld door diverse winstgevende onderdelen (winkelformules en panden) voor veel winst te verkopen? Hebben die achtereenvolgende fondsen de prooi niet zorgvuldig gestript en uitgeknepen totdat er iets overbleef wat niet meer gestript kon worden, de V&D winkelformule? Komt dat nu niet ten laste van de samenleving?

Zou het met de NS, op aandringen van Dijsselbloem, niet op een zelfde manier kunnen gaan? Wellicht laat de staat de NS niet failliet gaan. Wel worden winstgevende onderdelen via verkoop geprivatiseerd. Komt dit er niet op neer dat de winst wordt geprivatiseerd en het verlies genationaliseerd? Gedraagt Dijsselbloem zich zo niet als een rooffonds?