Overheid als gezin

Door flink te bezuinigen en door de lasten te verhogen, probeerde de Nederlandse regering vanaf het begin van dit decennium het begrotingstekort te bestrijden. Hierbij maakten de regerende partijen vaak de vergelijking met een gezin. Een gezin kan niet onbeperkt meer uitgeven dan er binnenkomt, het moet de uitgaven aanpassen op de nieuwe inkomsten. Dat zou een overheid ook moeten doen.

gezin

(illustratie: www.janjans.nl.nu)

We zijn een paar jaar verder. Nu luidt de voorspelling (hoe betrouwbaar is die?) dat de Nederlandse economie iets meer groeit dan verwacht. Op basis van die voorspelling stijgen de overheidsinkomsten structureel met € 5 miljard. De regeringspartijen hebben deze week aangegeven hoe ze dit ‘voorspelde’ geld gaan uitgeven: verlaging van de belastingen.

Terug naar de analogie met het gezin. De ‘voorspelde’ extra belastinginkomsten zorgen er nog steeds niet voor, dat de overheidsfinanciën in evenwicht zijn. Er blijft een tekort. Een gezin zou dus nog verder moeten besparen op uitgaven of op zoek gaan naar extra inkomsten. De regering, het hoofd van het ‘gezin Nederland’, wijkt af van deze eerder gekozen lijn en geeft ‘voorspeld’ geld uit terwijl de ‘gezinsbeurs’ nog steeds een gat vertoont. Als een staat nu geen gezin meer is, was ze het dan eerder ook niet? En waren er toen ook andere keuzes mogelijk?

De antwoorden op deze vragen zijn nee, een staat is geen gezin en ja, er waren ander keuzes mogelijk. Inhoudelijke standvastigheid en consequent beargumenteren lijken ver te zoeken.

Zou die consequentheid en standvastigheid niet op een ander, veel banaler niveau liggen? ‘Regeren is vooruitzien’ zo luidt het spreekwoord, maar hoever vooruit? Tot de volgende verkiezingen? Wordt daaraan alles ondergeschikt gemaakt?

Prikker, zondag 21 juni 2015

Perversiteit in onderwijsland

IQ

(Grafiek: www.wilderdom.com)

In de Volkskrant van zaterdag 6 juni 2015 stoort minister Bussemaker van Onderwijs zich eraan, dat iedereen alleen maar hogerop wil. Met een VWO diploma wil iedereen naar de universiteit.

Vreemd dat dit de minister stoort. VWO is een voorbereiding op wetenschappelijk onderwijs, ze zou blij moeten zijn dat deze investering rendement oplevert.

Even een slag dieper. Zou dit geen gevolg kunnen zijn van jarenlang overheidsbeleid? Nederland wil, om Europese doelstellingen te halen, een concurrerende kenniseconomie zijn. Dit heeft zich vertaald in het streven om per 2020 meer dan 40% hoger opgeleiden te hebben. In 2013 was al 42% van de Nederlanders hoger opgeleid. Nu is er iets vreemds met deze doelstelling.

Opleidingsniveau correleert met intelligentie (IQ). Hoe intelligenter iemand is, hoe groter de kans dat hij hoger opgeleid is. Een IQ van honderd is gemiddeld. Dit betekent dat de helft van de bevolking er boven zit en de andere helft eronder. Van een gemiddeld IQ is sprake tussen 90 en 110. In deze categorie valt ongeveer de helft van de bevolking. Als we dan aannemen dat je IQ voor hoger onderwijs bovengemiddeld moet zijn, dan hebben we het over een IQ van 110 en hoger en in die categorie bevindt zich slechts 25% van de bevolking. Dit is fors minder dan de doelstelling.

Worden we intelligenter of is het niveau verlaagd? Ik hoop het eerste, maar vrees het laatste. Als we terugkijken naar de jaren negentig van de vorige eeuw dan valt op dat het opleidingsniveau toen de verdeling van het IQ weerspiegelde. Zou het gedaalde niveau van de opleidingen de oorzaak ervan kunnen zijn, dat universitair onderwijs voor steeds meer jeugdigen haalbaar is?

Stoort de minister zich, met andere woorden, niet aan een doelstelling die tot pervers beleid met perverse prikkels heeft geleid? Een doelstelling die mooi klinkt maar vloekt met de werkelijkheid.

Prikker, zaterdag 6 juni 2015

Griekse vakantie voor minima

vakantie minima

(Cartoon: www.tomcartoon.be)

De problematiek rond de Griekse schulden lijkt een strijd tussen landen. Het zijn echter mensen die winnen of verliezen. Griekse winnaars lijken op onze winnaars en Griekse verliezers op onze verliezers.

De winnaars, hedgefondsen, zakenbanken, blijven door dit landenframe mooi buitenschot. Zij hebben gegokt en gewonnen. Gewonnen in goede tijden door consumenten op te zadelen met schulden en ze te plukken via rentes en provisies. Gewonnen in slechte tijden door de rekening via de overheden bij de burgers neer te leggen. Diezelfde winnaars moedigen nu onze regeringen aan om streng te zijn, te hervormen, te bezuinigen, te flexibiliseren, te globaliseren, te desolidariseren enzovoort. Na ons eerst als consument en vervolgens als burger in het pak te hebben genaaid, willen ze ons nu als werknemer in het pak naaien.

Een alternatieve oplossing die mensen helpt. Griekenland kan nog aanspraak maken op ruim 7 miljard vanuit een steunpakket. We zoeken 3,5 miljoen niet Griekse Europeanen die dit jaar op vakantie willen naar Griekenland. Mensen die nu zelf niet op vakantie kunnen omdat ze het niet kunnen betalen, onze minima bijvoorbeeld. Die krijgen allemaal € 2.000 per persoon met de opdracht dit bedrag op te maken in Griekenland.

Ik zie vele voordelen. De levensvreugde van deze mensen zorgen voor lagere gezondheidskosten. Eén euro zo geïnvesteerd leidt tot meer dan één euro groei in Griekenland. Dit levert werk op voor de Grieken wat leidt tot minder uitgaven aan sociale zekerheid en gezondheidszorg. Extra belastinginkomsten voor de Griekse overheid (wel goed innen). Die kunnen gebruikt worden om schulden af te betalen.

De Griekse schuld als percentage van het inkomen zal dalen door de groei van de economie met meer dan 7 miljard en de aflossing van die schuld. Maar als belangrijkste, mensen helpen mensen en dat brengt hen tot elkaar.

Prikker, vrijdag 5 juni 2015

Werken en leven of leven en werken?

“Minder cv-pimpcursussen, meer Deltawerken,” met die woorden sluit Jesse Frederik zijn artikel op De Correspondent af. In dit artikel pleit hij ervoor om het oude Keynesiaanse conjunctuurbeleid weer van stal te halen. Beleid waarbij de overheid in tijden van crisis investeert om werkgelegenheid te behouden en minder in te zetten op het nu in de mode zijnde ‘employability’.

werken en leven

(Foto: hetbeterewerken.nl)

Werk, en dan vooral betaald werk, is de afgelopen decennia heilig verklaard. Werk is, of beter gezegd wordt gezien, als de hoogste vorm van maatschappelijke participatie (Participatiewet) en de beste manier om in te burgeren. Zonder werk neem je niet deel aan de samenleving. Werk zorgt voor structuur in het leven van mensen. En zo kan ik doorgaan met het benoemen van eigenschappen die we verbinden aan het hebben van werk. We stemmen het onderwijs erop af, kinderen voorbereiden op hun plek op de arbeidsmarkt, dus op werk. Volwassenen moeten een leven lang leren om hun employability te vergroten.

Door al deze zaken exclusief te verbinden aan betaald werk, lijkt werk onmisbaar te worden voor het goede leven van een mens. Inderdaad werk zorgt voor structuur, kan sociale contacten opleveren, kan je eigenwaarde een boost geven, kan bijdragen aan het veroveren van je plek in de samenleving. Dat kan allemaal. Participeren, inburgeren, deelnemen aan de samenleving, structuur hebben in je leven, het kan allemaal ook zonder werk.

Leven we om te werken, zoals het nu wordt uitgelegd, of werken we om te leven?

In een tijd waar volledige werkgelegenheid, door steeds verdergaande automatisering in toenemende mate buiten bereik raakt en groepen mensen al bijvoorbaat kansloos zijn op de arbeidsmarkt, is deze vraag een maatschappelijke discussie waard.

Prikker, woensdag 27 mei 2015

Zomerschool

“Slechts de helft van de zittenblijvers slaagt erin om later een diploma te halen op zijn schoolniveau. Daarmee is zittenblijven niet erg effectief, oordeelt de Onderwijsinspectie. Staatssecretaris Dekker (VVD, Onderwijs) denkt dat zomerscholen uitkomst kunnen bieden”, zo valt te lezen in een bijzonder artikel in De Volkskrant. Bijzonder omdat het vol staat met dubieuze bewering en redeneringen.

De kinderen zelf geven aan dat persoonlijke begeleiding zou kunnen helpen. Maar die moet er alleen zijn voor de unieke leerling (is niet ieder kind uniek?) en volgens minister Dekker voor toptalent. Lezen we hier een pleidooi voor ongelijke behandeling?

Zomerschool

(Foto: strabrecht.nl)

Minister Dekker denkt het op te kunnen lossen met zomerscholen. Hij weet dit al voordat ze er zijn.  Hoe zit het met zaterdagscholen, meer leraren voor de klas en andere mogelijkheden? Halen de kinderen trouwens wel een diploma als ze niet blijven zitten?

Ah, daar is al naar gekeken. Iets verderop valt te lezen dat zomerscholen de goedkoopste oplossing zijn. Kleinere klassen zijn te duur en ‘vaardigere’ docenten komen pas als de salarissen stijgen. Dus de zittenblijvers gaan naar zomerscholen en worden daar door minder vaardige docenten begeleid? Vervolgens hopen we dat dit werkt. Zouden vaardigere docenten niet meer opleveren? Die zijn dan immers voor alle leerlingen beschikbaar.

Dan heeft het Centraal Planbureau berekend dat zittenblijven 500 miljoen kost en 900 miljoen minder belastinginkomsten oplevert. En daarmee kom ik bij het belangrijkste punt: wat is het doel van onderwijs? Is dat de ontwikkeling van kinderen tot zelfstandige burgers? Of is dat het zo goedkoop mogelijk leveren van loonslaven. Is het onderwijs er voor het kind en de samenleving of voor de economie? Daar moeten we het over hebben. Want als het is om loonslaven op te leiden, dan kunnen we daar beter mee stoppen en de kinderen onwetend laten.

Prikker, woensdag 15 april 2015

Ingehaald door de geschiedenis

“Na de opstand van de Griekse kiezers die vorige week Syriza aan de macht hielpen, was het dit weekend de beurt aan Podemos,” aldus het Commentaar in De Volkskrant van dinsdag 3 februari 2015.  Een korte zin, waarmee Hans Wansink het commentaar opent. Kort, maar wel een bijzonder zin.

Griekse crisie

(Foto: wonenwerkengriekenland.com)

Bijzonder, omdat er in Griekenland gewoon verkiezingen zijn gehouden op een manier zoals ze dat daar altijd doen. En verkiezingen vormen het enige moment in de democratie dat het volk, tenminste het deel dat mag en gaat stemmen, zich uitspreekt. De rest van de tijd is het volk vertegenwoordigd door het parlement en afwezig. Het volk doet dat als kiezer en heeft gewoon gekozen. Vanwaar dan opstand?

Het woord opstand suggereert een volgend soort redenering: ‘Wij (maar wie die wij zijn is niet duidelijk) hebben voor jullie arme Grieken bepaald wat goed voor jullie is. Kom ons nu maar bedanken voor wat wij voor jullie hebben bedacht door allemaal het kruisje op de juiste plaats te zetten.’ In het kort: wij zijn de baas en jullie ons stemvee. Een nogal paternalistische manier van denken. Wellicht is het wel dit paternalisme dat de Griekse kiezer heeft doen besluiten om anders te kiezen. En dat is het goed recht van de Grieken. Een opstand is het echter niet. Dat zou het zijn als Syriza een staatsgreep had gepleegd.

Dat de kiezer de traditionele partijen vaarwel zegt, zal er zeker mee te maken hebben dat zij allemaal dezelfde oplossing bieden. De door Wansink genoemde bezuinigingspolitiek, geformuleerd vanuit eenzelfde neoliberale denken dat de problemen heeft veroorzaakt.

Zou het zijn dat het probleem niet wordt gevormd door de kiezers, maar de traditionele partijen zonder alternatieve ideologie, ideeën en oplossingen. Partijen die Thatcher parafraseren als ze zeggen dat er geen andere oplossing is dan bezuinigen. Dat deze partijen zijn ingehaald door de kiezer en door de geschiedenis en dus overbodig zijn?

Prikker, dinsdag 3 februari 2015

Waartoe zijn wij op aarde?

“Volgens een onderzoeksrapport van het CPB dat zaterdag verscheen, kost zittenblijven de schatkist jaarlijks 500 miljoen euro aan directe kosten. Dit komt naast de geschatte 900 miljoen aan indirecte kosten door het later betreden van de arbeidsmarkt.” Dit valt te lezen in de Volkskrant en is afkomstig uit een onderzoeksrapport van het CPB. In dit artikel geeft de leraar van het jaar 2014, Jasper Rijpma, zijn visie op hoe het beter kan.

zitten blijven

(illustratie: Joris Snaet)

Het gaat mij hier niet over de ideeën van Rijpma. Het gaat mij om wat we hier zeggen. En met zeggen bedoel ik niet de letterlijke boodschap over de miljoenen, maar het wereldbeeld achter een dergelijke formulering. Wat hier wordt gezegd komt erop neer dat de economie het allerbelangrijkste en dat de mens een productiemiddel is. In de ogen van neoliberalen in deze wereld zal dit heel normaal zijn. Voor hen is de markt heilig en moet alles hieraan ondergeschikt worden gemaakt. In hun wereld moet onderwijs jeugdigen voorbereiden op hun  plek op de arbeidsmarkt, klaarstomen tot productiemiddel.

Laat ik altijd gedacht hebben dat we onze kinderen naar school laten gaan om hen kennis van de samenleving bij te brengen en vaardigheden die zij nodig hebben om deel te kunnen nemen aan deze samenleving. Laat ik altijd gedacht hebben dat de samenleving uit meer bestond dan alleen de economie. Laat ik altijd gedacht hebben dat het onderwijs onze kinderen moest ondersteunen bij het ontdekken en ontplooien van hun talenten. Laat ik altijd gedacht hebben dat onderwijs, net als kunst, een eigen intrinsieke waarde heeft.

Helaas, ik blijk ernaast te zitten. Om de catechismus te parafraseren: Waartoe zijn wij op aarde? Om de economie te laten groeien en daarvoor als grondstof te dienen. Tijd voor een nieuwe ‘ontkerkelijking’!

Prikker, woensdag 21 januari 2015