‘Zo komen we nooit verder.’ Dat dacht ik na het lezen van een interview met psychiater Glen Helberg in Trouw. “Met die excuses erkent Nederland het leed. Maar ik heb nog niet gehoord dat de excuses aangenomen zijn. Daar zijn we nog niet aan toe. Ik zeker niet.” Zo beantwoordt Helberg de vraag of na de excuses van de koning voor het slavernijverleden de heling is begonnen.
Ja, wie moet die excuses ‘aannemen’? En wanneer kan die heling dan beginnen? Kan dat pas als de laatste betrokken persoon ze heeft aangenomen of kan er ook al eerder mee worden begonnen? Als we moeten wachten op de laatste betrokken persoon moeten wachten, dan komt er nooit een einde aan. Iedere dag worden er immers nieuwe ‘laatst betrokkenen’ geboren. Op deze manier wordt het een ‘neverending story’ of om er een andere metafoor tegenaan te gooien, een perpetuum mobile. Op deze manier blijven we in het verleden steken. Blijven we steken in een omgekeerd soort Stockholmsyndroom, het psychologisch verschijnsel dat soms optreedt tijdens een gijzeling. waarbij de gegijzelde, de machteloze sympathie voor de gijzelnemer, de machthebber. Omgekeerd omdat in de machthebber er nu alles aan lijkt te doen om de sympathie en goedkeuring van de machteloze te krijgen. Op die manier komen we nooit toe aan het vervolg van de zin achter die spreekwoordelijke komma van premier Rutte.
Mochten we dan uiteindelijk uit die klem komen dan is er weer een ander iets uit het verleden dat vraagt om eerst bezinning, dan erkenning, dan excuses en als die er zijn dan moet die historische schade worden vergoed. Want volgens Helberg zijn: “excuses van de regering een wassen neus. “In de VN heeft de Derde Wereld gevraagd de schade die het Westen heeft aangericht, te vergoeden. Dat gaat om tientallen miljarden. De westerse landen, ook Nederland, hebben die resolutie verworpen, twee maanden voor de excuses werden uitgesproken. Nederland had hier een gidsland kunnen zijn, maar Rutte zegt: hier heb je 200 miljoen, doe het daar maar mee. Hij heeft een gebrek aan moreel besef.”
Als historicus juich ik aandacht voor het verleden toe. Historici die op basis van nieuwe bronnen een ander perspectief openen op het verleden, ik verwelkom ze met open armen en kritische blik. Ik vraag me af of de manier waarop er nu met slavernij en kolonialisme uit het verleden wordt omgegaan, constructief is? Of die manier ons verder helpt? Wat er ook aan ‘herstel’ wordt gedaan, het verleden verandert er niet door. De verre voorouder die als slaaf werkte op een plantage, verkrijgt er niet ineens de vrijheid door en de kapitein van een achttiende-eeuws slavenschip ziet er niet ineens het licht door. Wat ‘we’ nu ook doen, onze (verre) voorouders hebben er niets aan: ‘What’s done is done.’
Wie wel ‘iets’ met onze acties moeten, zijn onze kinderen en kleinkinderen. Zij moeten leven met de gevolgen van keuzes die wij nu maken. Net zoals wij moeten leven met de keuzes die onze voorouders hebben gemaakt. Zij zullen onze keuzes bestuderen en wegen. Sommige zullen zij als ‘verwerpelijk’ bestempelen en anderen toejuichen. Zij zullen ons beoordelen op ons handelen en de motivering ervan. Zij zullen kijken naar onze omgang met vluchtelingen, hoe we om zijn gegaan met de klimaatverandering en wellicht met zaken waarvan wij nu niet weten dat zij die dan belangrijk vinden. Hoe ze over ons zullen denken weten we nu niet. Ook niet hoe ze over ons zullen oordelen.
Ik hoop dat ze ons niet beoordelen door ons langs de maatstaven van ‘hun gelijk’ te leggen en zich klem zetten in zo’n ‘omgekeerd Stockholmsyndroom’ zoals nu rond slavernij gebeurt. Ik hoop dat ze zien dat wij worstelen met onderwerpen als migratie, klimaat maar ook nog steeds met arbeid. Ik hoop dat ze een productievere manier van omgang met het verleden zoeken dan pogingen om het verleden in het heden recht te zetten. Ik hoop dat ze op de lijn van Nelson Mandela zitten in zijn toespraak ter gelegenheid van de viering van 10 jaar democratie in Zuid-Afrika in 2004: “Let us never be unmindful of the terrible past from which we come – using that memory not as a means to keep us shackled to the past in a negative manner, but rather as a joyous reminder of how far we have come and how much we have achieved.”
Want ja, we kunnen schande spreken over het slavernijverleden van de wereld. We kunnen ons echter ook realiseren dat onze voorouders het besluit hebben genomen om slavernij af te schaffen. En ja, dat had veel eerder kunnen gebeuren. Daarbij is het goed om je te realiseren dat het ook niet had kunnen gebeuren. Dan kan de VN wel vragen aan het westen om de schade die het heeft aangericht te vergoeden. Het was wel juist het westen dat het voortouw nam in de afschaffing van de slavernij. Het was niet in het Afrikaanse Ashanti rijk, het Chinese keizerrijk of het Arabische sultanaat Oman dat de barbaarsheid van het instituut slavernij ter discussie werd gesteld.
