Twee jaar later. Een stralende zon. Dezelfde band, Minsekinder. Met zelfs dezelfde jonge gastmuzikant op haar speelgoedtrompetje. Dezelfde mooie liedjes die iedereen uit volle borst meezingt. Voor een groot deel dezelfde mensen, al miste ik een goede vriendin die vanwege ziekte niet aanwezig kon zijn. Oh ja, ook de vriendin van de zoon van mijn buurjongen van vroeger en een oud collega als moeder, miste ik. Ze was al naar het huis van zijn ouders vertelde hij. Omdat het voor hun tweeling lang genoeg had geduurd. De tweeling waarvan zij tijdens onze laatste ontmoeting twee jaar geleden zwanger was. Veel hetzelfde alleen een andere kroeg omdat die van twee jaar geleden nu restaurant is.

“Het mocht een stevig contrast heten: terwijl dit weekend op diverse plekken in Nederland protestbijeenkomsten, vredesmarsen en kerkmissen werden gehouden uit woede en verdriet over het nietsontziende geweld van Vladimir Poetin, kwamen beneden de rivieren massa’s mensen op de been om zich over te geven aan verkleedpartijen, vrolijk gezang en meters bier,” zo lees ik in de Volkskrant. Het antwoord op de vraag of je wel ‘carnaval’ kunt vieren terwijl het oorlog is in Oekraïne, is ja, dat kan en dat doen we. Dat kan omdat je met vastelaovend het leven viert. Het leven met alle mooie en lelijke kanten. De mooie kanten zijn de ontmoetingen met mensen zoals die ‘zoon van mijn buurjongen van vroeger en een oud collega als moeder’ die vol trots foto’s van zijn tweeling laat zien. De lelijke kanten zoals die vriendin die ik mis. Maar ook een oorlog en het bericht dat Poetin de eenheden met kernwapens in verhoogde staat van paraatheid brengt. Nu zal de ‘moralist’ tegenwerpen dat het kunnen vieren niet wil zeggen dat het moreel verantwoord is. En daar heeft de moralist een punt. Dat iets kan wil niet zeggen dat je ook moet doen.
Als een oorlog ergens op de wereld een reden zou zijn om geen Vastelaovend te vieren, dan zou er nooit gevierd kunnen worden. Laat ik de periode sinds het begin van de Tweede Wereldoorlog eens nemen. Dan hebben we eerst die Tweede Wereldoorlog. Die liep naadloos over in een hele reeks oorlogen. Zoals de Nederlandse dekolonisatieoorlog in De Oost, de Eerste Indochinese Oorlog, de Griekse burgeroorlog en de Eerste Kashmiroorlog, de Arabisch-Israëlische oorlog, de Korea-oorlog, de Algerijnse oorlog en de Mau Mau opstand. Maar ook de Suez oorlog die eufemistisch Suez crisis wordt genoemd, de Vietnamoorlog. De Eritrese onafhankelijkheidsoorlog, de Chinees-Indiase oorlog, de Biafra-oorlog, de Indiaas-Pakistaanse oorlog en de Chinees-Vietnamese oorlog. De jaren zeventig sloten af met de Afghaanse oorlog die tot 1989 duurde waarna er daar een burgeroorlog uitbrak die bijna naadloos overging in de Amerikaanse aanval op het land waaraan pas verleden jaar een einde werd gemaakt. Daarnaast was er ook nog de oorlog tussen Irak en Iran, de Falklandoorlog. En oh ja, de inval in Koeweit door Irak en de erop volgende Golfoorlog. De jaren negentig werden getekend door het gewelddadig uit elkaar vallen van Joegoslavië en de Eerste Tjetsjeense oorlog en een oorlog wordt alleen maar eerste genoemd als er ook een tweede is. En oh, ja ook nog de Irakoorlog en de burgeroorlog in Syrië. Als je die niet eens complete opsomming ziet dan zou je er ‘de mismood aan hebbe’ om het in goed Venloos te zeggen. Maar zoals ik al schreef, met Vastelaovend vieren we het leven. Vieren om die ‘mismood’ van je af te zetten. Vieren om die ‘mismood’ dragelijk te maken.
In dezelfde editie besteedt de Volkskrant aandacht aan de nachtclubs die: “Na 102 weken coronasluiting (…) vrijdag voor het eerst weer (…) voluit open,” mochten. De krant vroeg: “clubbers bij de uitgang van twee clubs in Amsterdam en Rotterdam: hoe was het? En wat had je ongemerkt gemist?” Bijzonder dat de morele vraag of ‘clubben’ wel kan terwijl er bommen op Kiev vallen, niet wordt gesteld. Een moraalridder in z’n hemd!