Het blijft lastig. Wat? Nou het verschil tussen vertegenwoordiging en afspiegeling. “Direct na de verkiezingen van 2017 maakten 54 vrouwen deel uit van de Tweede Kamer (36 procent). Ruim een derde van de volksvertegenwoordiging representeerde ruim de helft van het volk,” schrijven onderzoeker Rozemarijn van Dijk en hoogleraar politiek gedrag Joop van Holsteyn in een artikel in de Volkskrant. En daarmee blijkt maar weer dat zelfs hoogleraren het verschil tussen de twee begrippen niet kennen. Wat is er aan de hand?

In hun artikel kaarten de beide auteurs aan dat de Tweede Kamer veel minder vrouwen dan mannen bevat en dat zal na de komende verkiezingen, niet zo veel veranderen. Natuurlijk kun je daar als kiezer iets in veranderen door op een vrouw te stemmen. Alleen: “Niet door met z’n allen op de hoogst geplaatste vrouw van de lijst te stemmen, maar door te stemmen op een vrouw die gezien de stand van de peilingen (net) niet in de Kamer komt.” Een goed advies want die hoogste vrouw op de lijst heeft toch al grote kans om in de Kamer te komen en door op een vrouw ‘op de wip’ te stemmen, vergroot je de kans dat die vrouw in de Kamer komt. Bovendien: “De kiezer kan daarmee tevens aan partijen laten zien dat ze de volgende keer een diversere, inclusieve lijst dienen op te stellen.” Niets mis met dit betoog om meer vrouwen in de Kamer te willen en de tip om er ook voor te zorgen. Ik stem al jaren op een vrouw, dus aan mij zal het niet liggen.
Toch gaan de beide auteurs de fout in. Want al zaten er na de verkiezingen van 2017 maar 54 vrouwen (36 procent) in de Kamer, toch werden alle vrouwen vertegenwoordigd. Ze werden vertegenwoordigd door die 54 vrouwen én de 96 mannen in de Kamer. Niet alleen die ene kandidaat waarop ik stem, vertegenwoordigt mij. Ook als de kandidaat waarop ik stem, niet wordt verkozen, dan nog word ik vertegenwoordigd. Ik word vertegenwoordigd door alle 150 Kamerleden. Wie het ook zijn. Namens mij en alle andere Nederlanders controleren ze de regering, besluiten ze over wetten die ons allemaal binden en bepalen ze waaraan het belastinggeld wordt besteed.
Wie die volksvertegenwoordigers ook zijn, als ze volgens de regels van het spel zijn verkozen, dan vertegenwoordigen ze alle Nederlanders. Dan moeten ze namens ons en in ons gezamenlijke belang en na erover met elkaar in gesprek te zijn gegaan, het beste besluit nemen. Een gesprek dat vooral gaat over wat het ‘beste’ is en daarover kun je flink van mening verschillen. In dat gesprek, tenminste zo is het bedoeld, doen argumenten ertoe en niet de persoon die ze inbrengt.
Met dat ‘er niet toe doen wie de persoon is’, kom ik bij de wens dat de Kamer de bevolking afspiegelt. Die wens is van een heel andere orde. Afspiegeling is geen vereiste voor de Volksvertegenwoordiging. Het is een wens of verlangen en Van Dijk en Holsteyn hebben dat verlangen en spreken het ook uit. Zij zijn niet de enige die verlangen naar afspiegeling, die vinden dat eenieder zich moet ‘herkennen’ in een Volksvertegenwoordiger. Dat wordt echter een heel lastige kwestie. Behalve enkele eeneiige twee- en meerlingen, zullen er weinig mensen zijn die zich in een andere persoon ‘afgespiegeld’ zien. En zelfs bij die een- en meerlingen zal de afspiegeling niet volledig zijn. Alle bijna 17,5 miljoen inwoners van Nederland kunnen zich nooit afgespiegeld zien in slechts 150 Kamerleden. Als we het rechtlijnig en rekenkundig bekijken, dan moeten zich zo’n 115.000 mensen gespiegeld zien in één kamerlid. Dat wordt een lastig verhaal.
Laat ik mezelf eens als voorbeeld nemen. Een heteroseksuele blanke man midden vijftig. Daarvan zijn er meer, ook in de Kamer. Maar hoeveel daarvan zijn historicus? Vervolgens fan en seizoenkaarthouder van VVV en fervent vierder van Vastelaovend? Ik denk dat de spoeling dan al heel dun’ en waarschijnlijk is beperkt tot ondergetekende. Zeker als we het hebben van een blog waar een paar keer per week ‘ballonnen worden doorgeprikt’, eraan toevoegen en mijn liefde voor een band als Dead Kennedys, dan zijn we nog niet eens aanbeland bij het terrein van de Kamer, de maatschappijvisie en politieke voorkeuren. Ik word dus niet ‘afgespiegeld’.
En nu draai ik het om. Er is iemand met precies mijn maatschappijvisie en politieke voorkeuren. Die persoon heeft alleen geen blog waar ‘ballonnen worden doorgeprikt’ en heeft niets met punk laat staan Dead Kennedys. Die persoon heeft een hekel aan Vastelaovend en heeft niets met voetbal en zeker niet met VVV. Die persoon is ook geen heteroseksuele blanke man van midden vijftig. Zijn al deze zaken behalve maatschappijvisie en politieke voorkeuren van belang voor een Kamerlid?
Word je liever vertegenwoordigd of afgespiegeld?