Burgerbetrokkenheid

Komende woensdag mogen we ons voorlopig voor de laatste keer in een referendum ergens over uitspreken. Het raadgevend referendum wordt immers afgeschaft en een andere vorm van referendum hebben we niet. Het afschaffen van dit referendum en de manier waarop dit gebeurt, heeft veel mensen in de pen doen klimmen en het spreekgestoelte doen bestijgen. “Dat is een lange neus naar de kiezer. Het kabinet had ook kunnen zeggen: we gaan proberen de jonge wet te verbeteren en meer ervaring opdoen met het instrument referendum. Kijken of we de vraagstelling voortaan kunnen verbeteren bijvoorbeeld,” aldus Marc Chavannes bij De Correspondent.

exchange-of-ideas-796139_960_720

Illustratie: Pixabay

Chavannes besteedt aandacht aan de onderzoeken en de pogingen om de democratie aan te vullen. Hij constateert een: “groeiende behoefte van kiezers om meer betrokken te zijn bij het vaststellen van een probleem en bij het bepalen van de oplossing. Die behoefte aan meer invloed wordt gevoed door ontevredenheid over hoe gekozen politici luisteren en vertegenwoordigen.” Invloed die verloren is gegaan door: “depolitisering van het politieke debat…, het ontdoen van scherpe, tegengestelde standpunten in een politiek debat,” waardoor: “het heeft ontbroken aan open politiek debat, dat kiezers een gevoel van vertegenwoordigd zijn zou kunnen geven.” 

Laten we deze interessante analyse eens voor waar aannemen. Wat zou dan een passende manier zijn om te voldoen aan de groeiende behoefte van de kiezers om meer betrokken te zijn? Laten we de ‘sleepwet’ van nu eens als voorbeeld nemen. Die wordt nu als ‘eindproduct’ waaraan jaren werk is besteed, voorgelegd terwijl het gesprek over de belangrijkste keuze, de afweging tussen ‘veiligheid’ en ‘privacy’ nooit openlijk is gevoerd.

Zou die betrokkenheid dan niet veel beter vorm en inhoud krijgen als er eerst een brede maatschappelijke discussie zou worden gevoerd over het onderwerp en vooral over de hierboven beschreven afweging? Zou er met de uitkomst van die discussie niet naar mogelijke oplossingen gezocht moeten worden? Oplossingen die daarna op hun draagvlak worden getoetst?

Met andere woorden, zou die betrokkenheid niet veeleer aan de voorkant plaats moeten vinden en niet aan het einde? Zouden onze gekozen volksvertegenwoordigers de discussie niet moeten organiseren en faciliteren in plaats van ze te voeren? Zouden ze niet veel meer moeten luisteren in plaats van te spreken? Dit allemaal zodat ze op het einde als vertegenwoordiger namens ons een keuze kunnen maken?

I fought the law and …

“The law don’t mean shit if you got the right friends. That’s how this country’s run. Twinkies are the best friends I ever had.”

Een couplet uit het nummer I fought the Law van de Amerikaanse punkband Dead Kennedys. Zelfde melodie en muziek (alleen wat sneller) als het nummer met dezelfde titel van de Britse punkband The Clash, maar andere tekst. Ik moest aan dit nummer denken waarin de Dead Kennedys de ongelijkheid voor de wet in de Verenigde Staten aan de kaak stellen.

dead kennedys

Illustratie: Flickr

“Het CDA is tegen het referendum, maar nu het er is, moet de uitslag worden gerespecteerd.” Deze uitspraak deed CDA-kamerlid en woordvoerder Pieter Omzigt in november 2015. Een paar maanden later, na het referendum over het associatieverdrag met de Oekraïne sprak fractievoorzitter Sybrand van Haersma Buma de volgende woorden: “De democratie is geen laboratorium waar je zonder consequenties kunt experimenteren. 4 miljoen echte Nederlanders zijn op 6 april naar echte stembureaus gegaan, waar ze echt hebben gestemd. Kosten 40 miljoen euro. Resultaat: een groot vraagteken. Een patstelling zelfs. En ik voorspel u: aan het eind van de rit, nog minder vertrouwen in de politiek.” 

Nu een kleine anderhalf jaar van ‘voortschrijdend inzicht’ verder en met een komend referendum over de ‘sleepwet’ die geheime – en opsporingsdiensten veel meer bevoegdheden geeft om gegevens van willekeurige burgers te verzamelen en bewaren, denkt het CDA er bij monde van haar leider Buma weer anders over“We hebben afgesproken dat we het referendum gaan afschaffen. Het is een rest uit het verleden. En ik wil dat die ‘sleepwet’ doorgaat. Hier ga ik de keuze maken dat we dit referendum niet beschouwen als een echt referendum.” Een referendum dat er toch echt gaat komen omdat die ‘rest’ uit het verleden nog steeds van kracht is. En op grond van die wet zal dat referendum toch echt een ‘echt’ referendum zijn, wat Buma ook beweert.

Is het niet vreemd dat de fractievoorzitter en politiek leider van een van de grotere partijen én van een van de regeringspartijen blijk geeft van een dergelijke minachting voor de wet? Als jurist zou Buma toch gehoord moeten hebben van de beginselen van behoorlijk bestuur en dan vooral het rechtszekerheidsbeginsel? Er is veel tegen de referendumwet in te brengen, dat heb ik eerder ook al enkele keren gedaan. Het staat Buma en de regeringspartijen vrij om een voorstel in te dienen om de referendumwet te veranderen of in te trekken. Totdat dat voorstel is aangenomen, is de huidige referendumwet van kracht en hebben parlement en regering zich eraan te houden. Zou Buma niet eens moeten gaan praten met zijn partijgenoot Omzigt, die leek dit in 2015 te begrijpen?

Als we ons toch niet aan ‘resten uit het verleden’ hoeven te houden zoals Buma beweert, waarom dan een nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv), zoals de ‘sleepwet’ officieel heet, dan doe je toch gewoon wat je wilt. Dat is wat Buma nu ook van plan is. Waarom dan überhaupt nog wetten, je hebt toch immers ‘the right friends’ en kunt het refrein meezingen:

“I fought the law and I won.”