Van der Plas en het zwijgen

In  uitzending van OP1 van donderdag  28 maart 2024 hield BBB-leider Caroline van der Plas een pleidooi voor hard optreden tegen antisemitisme. Van der Plas stoorde zich aan de ‘slappe hap’ zoals ze het een paar dagen eerder in de Tweede Kamer noemde. Van der Plas constateert een toenemend antisemitisme met als laatste voorbeeld het verstoorde optreden van zangeres Lenny Kuhr. Ik stoorde me aan de presentatoren Sijtsma en Kelder en de andere aanwezigen. Laat ik voorop stellen, antisemitisme is verwerpelijk en er moet, dat ben ik met Van der Plas eens, hard tegen worden opgetreden. Toch stoorde ik me om het zacht uit te drukken.

Ik stoorde me en dat doe ik al langer, aan het gemak waarmee politici als Van der Plas, maar zij niet alleen, op ieder protest tegen het optreden van Israël in Gaza het label ‘antisemitisme’ plakken. Protesteren tegen het Israëlisch optreden mag. En om Asha ten Broeke uit haar column in de Volkskrant te citeren: “Er bestaat geen grondrecht op een ongestoord concert.”  Het beeld dat Van der Plas schetst van het gebeurde is er een van een joodse zangers die tijdens een concert werd aangesproken omdat ze joods is. Als dat beeld klopt is een veroordeling van de actie op z’n plek. Dan wordt Kuhr aangesproken op haar joods zijn.

Het beeld dat van Ten Broeke in haar column schets, ziet er toch net iets anders uit. Volgens Ten Broeke werd er geroepen: “Schaamt u zich niet voor het supporten van genocide? Uw kinderen zijn medeplichtig aan genocide, u moet zich schamen.” en  “Free, Free Palestine” en “Lenny is een terrorist, ze is een zionist!”  Geen complimenten. Maar toch als ik verder lees dat de zangeres in een interview met het Nederlands Dagblad haar mening verkondigt, dat nu de strijd nodig is  en dat ze: “achter de militaire operatie die Israël aan het voeren is,” staat, dan is de uitspraak dat Kuhr genocide support niet zo ver gezocht. De Zuid-Afrikaanse regering denkt er net zo over en heeft Israël daarom voor het Internationaal Strafhof gesleept. Alleen de beschuldiging dat Kuhr een terrorist is, lijkt mij ver bezijden de waarheid. Als dit beeld klopt, dan werd Kuhr niet aangesproken op haar joods zijn, maar op haar steun aan de staat Israël. Dat is geen antisemitisme en hoeft niet veroordeeld te worden. Door op een dergelijk protest tegen Israël het label ‘antisemitisme’ te plakken, wordt de echte strijd tegen het antisemitisme geen goed gedaan. Ik stoorde mij eraan dat de twee presentatoren en de andere aanwezigen Van der Plas zonder weerwoord lieten orakelen. Sterker nog, ze huilden mee met wolven

In haar betoog haalde Van der Plas Duitsland als voorbeeld aan. Een groep die hier actie kan voeren is daar verboden en ook de ‘van -de-rivier-naar-de-zee’ uitspraak is daar verboden. Dat zou zij ook wel willen. Daarop haalde presentator Sijtsma aan dat in Duitsland het erkennen van de Holocaust onderdeel is van de inburgering. “En eigenlijk wilt u dit ook in Nederland gaan doen,” eindigde Sijtsma haar inbreng. Waarop Van der Plas aanhaalde: “Ik denk dat een heel goed idee is om dat in Nederland te doen omdat we zien dat de groepen mensen die hier het meest asiel aanvragen dat zijn landen als Syrië, Eritrea Jemen dat zijn wel echt landen die een joden haat hebben die tot diep in hun ziel zitten. Ik zeg niet alle mensen …”

Pardon? Een Kamerlid dat hier burgers van een hele naties wegzet als antisemitisch. Als een minder ontwikkeld soort mensen dat ‘opgevoed’ moet worden in het goede ‘Nederlandse gedrag’. De andere aanwezigen bleven stil. En toen kwam het stoom uit mijn oren. Als we toch iets moeten hebben geleerd van de Holocaust dan is het dat precies de discriminerende generalisaties zoals Van der Plas aan de wieg stonden van die Holocaust. Die discrimineren generalisaties en het zwijgen van de omstanders. Ik zwijg niet.

Eigen doelpunt

Bij De Correspondent schreef Jesse Frederik een artikel met als titel “De pers hekelt scorebordjournalistiek maat staat te juichen als er gescoord wordt.” Fredrik in dit artikel: “We schrijven deftige analyses over incidentenpolitiek, maar ondertussen vliegen de gates je om de oren: verkennersgate, appjesgate, smsgate, Kaaggate.” Ik moest hieraan denken toen politiek verslaggever Thomas van Groningen van Op1 in de uitzending van 7 juni 2022 het bericht bracht dat een deel van de ouders uit de toeslagenaffaire nog tot 2026 moet wachten voordat hun dossier inhoudelijk wordt beoordeeld. In dezelfde uitzending sprak Denk-fractieleider Farid Azarkan van: “een schandalige planning,” en roept premier Rutte en de ministers Kaag en Hoekstra op om zich hier persoonlijk mee te bemoeien.

Een politicus die zich hard maakt voor deze mensen. Toch wringt er iets. Er wringt iets omdat het geacht Kamerlid op de grote trom slaat en de ambtenaren die deze planning hebben opgesteld, verwijt schandalig werk te hebben geleverd. Wat de betreffende ambtenaren hebben gedaan, is iets wat Azarkan zelf ook op de achterkant van een bierviltje had kunnen doen en dat is doorrekenen van de zaak op basis van bekende gegevens. Voor het lezersgemak, hier die achterkant van het viltje.

Er wachten 14.500 dossiers op een beoordeling of de € 30.000 die ze hebben ontvangen al hun schade dekt. Was de schade lager, dan hebben ze geluk want dan mogen ze het meerdere behouden. Was de schade hoger, dan krijgen ze nog een vergoeding voor het hogere. Dat zijn er veel.

Het één voor één zorgvuldig beoordelen van deze dossiers kost tijd. Hoeveel tijd is ook bij Azarkan bekend. Bij de behandeling van de derde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag stelde de vaste commissie voor Financiën een 85-tal vragen. De vragen en de beantwoording ervan zijn te vinden in Kamerstuk 31066 nr. 715. Een van die vragen betrof de inschatting van de tijd die gemoeid zou zijn met het behandelen van een dossier. Die vraag (nummer 14) luidde: “Waarom is de inschatting gebaseerd dat een dossier samenstellen 400 uur duurt, als de afwikkeling van een compensatie tussen de 9,5 en 74 uur duurt?” Dat zijn veel uren om een dossier compleet te krijgen zeg je op het eerste oog. Die vraag werd keurig en als volgt beantwoord: “De inschatting dat een dossier samenstellen 400 uur duurt is gebaseerd op een 0-meting die is uitgevoerd na de oplevering van de dossiers in februari. Om een dossier volledig te maken moeten veel verschillende en arbeidsintensieve werkzaamheden worden verricht. Het opstellen van een dossier bestaat uit het verzamelen van alle informatie over een ouder, over alle jaren en alle toeslagen, inclusief alle gegevens uit de systemen zoals gespreksnotities. Deze verzameling gebeurt vanuit verschillende systemen. Al deze stukken moeten worden opgeslagen, hernoemd (duidelijke naam voor het document) en waar nodig worden gelakt op basis van de daarvoor geldende regels. Hierna worden al deze stukken geprint en fysiek aangeleverd bij de ouder. Het verzamelen van deze gegevens en de verdere acties neemt veel tijd in beslag. Inmiddels is de herstelorganisatie de afgelopen maanden druk bezig geweest om hier versnelling in aan te brengen. Binnenkort wordt een 1-meting uitgevoerd om te zien wat de huidige tijdsduur is en leveren we ook een planning op. De beoordeling van documenten in het kader van de herbeoordeling van een zaak kost aanzienlijk minder tijd omdat hiervoor alleen gericht gekeken hoeft te worden naar een beperkter deel van de documenten en er daarnaast niet- zoals bij de samenstelling van het dossier- nog veel extra acties moeten worden uitgevoerd.”  De tijdsinschatting is dus gebaseerd op een onderzoek naar die tijdsduur. Tijd die politiek en bestuurlijk Nederland de afgelopen twintig jaar niet wilde investeren in de Belastingdienst. een weigering die tot deze situatie heeft geleid. Penny wise, pound foolish zouden de Britten zeggen en in beter Nederlands: voor een dubbeltje op de eerste rang willen zitten., Het antwoord van die 400 uur zal voor velen die de overheid als een ‘Big Brother’ zien die alles met een druk op de knop over je weet, wellicht enigszins geruststellen.

Laat ik voor het gemak tellen met 40 uur voor de herbeoordeling, ongeveer het gemiddelde van 9.5 en 74 uur. Dat betekent dat een dossier 440 uur kost. Een fulltimer werkt zo’n 1.480 uren productief. De overige tijd heeft de persoon vakantie, is ziek en gaat op aan intern overleg zoals functionerings- en beoordelingsgesprekken. Dit betekent dat de fulltimer 3,36 dossier per jaar kan doen en dat er 4.310 fulltime-equivalen nodig zijn om de zaak in één jaar te klaren. Dit beoordelen is belegd bij de speciaal daarvoor opgerichte Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT). Deze dienst kent 1.139 fulltime-equivalent (fte). Dit betekent dat het de dienst bij de huidige bezetting ongeveer 4 jaar kost om al deze dossiers te behandelen. En over vier jaar is het 2026. Daarnaast liggen er nog 19.500 dossier van ouders die voor die € 30.000 zijn afgewezen en er wel recht op denken te hebben. Als afhandeling van die dossiers evenveel tijd kost dan wordt het laatste dossier van die stapel in 2032 weggewerkt.

Het enige ‘nieuwe’ dat Van Groningen brengt: “In eerste instantie stond op de site van de Belastingdienst dat er een jaar wachttijd zou zijn. “Dat hebben ze veranderd naar een jaar wachttijd, dat kan oplopen tot drie jaar”, zag Thomas van Groningen. “Kan oplopen staat er. Maar we weten van de planning dat dat niet klopt. De Belastingdienst weet intern al dat sommige zaken tot 2026 oplopen.”” Azarkan noemt de planning ‘schandalig’ maar met de betreffende cijfers is er geen andere te maken. Als de uitkomst hem niet bevalt dan moet hij pleiten voor meer mensen voor de UHT dat is de enige manier om tot een andere planning te komen. En nee, die drie mensen zijn niet een premier en twee ministers. Die eraan toevoegen leidt waarschijnlijk alleen maar tot meer werk voor de UHT.

Staan beiden, om Frederiks ‘scoren metafoor’ te gebruiken, niet te ‘juichen bij een eigen doelpunt?