Uitgelicht

In defence of facts

Op 10 augustus 2025 doodde een Israëlische raket een vijftal journalisten waaronder Anas al-Sharif. Al-Sharif werd door veel Palestijnen gezien als de man die hun volk een stem gaf. In een artikel bij de Correspondent concludeert Rinke Verkerk: “ de manier waarop de westerse media verslag doen van de slachtpartij en deze wordt geadresseerd (of beter gezegd: niet geadresseerd) door westerse politici grenst aan medeplichtigheid. Als het niet al medeplichtigheid ís.” Met daarbij een link naar de berichtgeving in de verschillende media. De beschuldiging aan het adres van westerse politici laat ik passeren. Dat is een ander verhaal. Het is nogal een beschuldiging aan het adres van verschillende media. Is die terecht?

“De meeste journalistieke organisaties vermelden erbij dat Israël de claim dat Anas al-Sharif een Hamas-strijder zou zijn niet kan bewijzen. Maar als Israël geen bewijs heeft, waarom zou je zo’n ongefundeerde beschuldiging dan opschrijven?” Dat vraagt Verkerk zich af. Want op dat moment is: “Het kwaad (…) al geschied: Al-Sharif is verdacht gemaakt.” En dan zo vervolgt Verkerk: “ gaat de discussie over de verdachtmaking – niet over wat Israël doet en welke consequenties daaraan verbonden moeten worden. De journalistiek recyclet door Israël voorgekauwde leugens, verpakt ze als nieuws, en pleegt na de moord door Israël nog een karaktermoord op eigen collega’s. Ze helpt de dader, gooit het slachtoffer voor de bus.” In het artikel heeft ze links opgenomen naar berichten die bij verschillende media verschenen.

Om te beoordelen of Verkerk een terecht punt maakt, moeten we die berichten bekijken. Wat zien we in die berichten? We zien een opsomming van feiten. We lezen het feit dat de man en zijn collega’s dood zijn. We lezen het feit dat dit werd veroorzaakt door een Israëlische raket. We lezen het feit dat Israël erkent dat de man een doelwit was. We lezen het feit dat Israël beweert dat de man een Hamasstrijder was. We lezen het feit dat er geen bewijs is geleverd voor die beschuldiging. En we lezen het feit dat de Palestijnen Al-Sharif als de vertolker van hun stem zagen. Een opsomming van feiten. Feiten waaruit een goede lezer al kan opmaken dat de Israëlische verdachtmakingen aan het adres van Al-Sharif, niet gefundeerd zijn.

Ik kan heel goed begrijpen dat iemand boos is of meer dan dat over de gruwelijke moord op deze journalisten en in het verlengde en misschien nog wel meer over het Israëlische optreden tegen Palestijnen. Dat iemand dat genocidaal vindt en noemt. Dat kan ik me heel goed voorstellen want ik ben daar ook boos en meer dan dat over. Net zoals ik boos ben op de slappe houding van onze regering, de reacties van veel politieke partijen en dat er altijd eerst wordt gezocht of er toch enige waarheid in de Israëlische claim zit. Dat iemand zich ergert aan praatprogramma’s waarin we tegenwoordig verzuipen en waar nitwits als Jack van Gelder, Johan Derksen en Gerard Joling als ‘kenners’ worden gepresenteerd en de presentatoren zich voordoen als journalist. Maar dan boos worden op de feitelijke berichtgeving dat gaat mij te ver.

Feitelijke berichtgeving is de basis van een gesprek of discussie. Dat zou het tenminste moeten zijn want in die praatprogramma’s zijn de feiten vaak ver te zoeken. Door die programma’s wordt de mening van ‘Van Gelder’ als een feit gezien. Op de sociale media, in mijn geval alleen LinkedIn, zie ik heel vaak soortgelijke kritiek op feitelijke berichtgeving voorbij komen. Die kritiek komt van alle kanten. Dergelijke kritiek is, en dat is mijn mening, schadelijk want die zorgt ervoor dat feiten ‘ook maar een mening’ worden en we nooit tot een goed gesprek kunnen komen omdat de feitelijke basis ontbreekt. Dergelijke kritiek is zeker schadelijk als die wordt geleverd door een journalist zoals Verkerk.

Dat de discussie na de feitelijke berichtgeving vooral over de verdachtmaking gaat, is iets anders. Dat wijten aan een feitelijk bericht is niet juist. Veel interessanter dan deze media te verwijten dat de discussie over de verdachtmaking gaat, is te onderzoeken hoe het komt dat de discussie daar over gaat en niet over wat Israël heeft gedaan en waar dat toe zou moeten leiden. Want dat is een patroon en het is interessant om te weten waar dat patroon vandaan komt.

Journalistiek?

“Politiemensen moeten hun werk kunnen doen, journalisten moeten hun werk kunnen doen. Dit is een land waar de staat en niet de straat regeert,”

deze woorden sprak premier Rutte tijdens zijn vrijdagse persconferentie naar aanleiding van de moord op een 22 jarige man uit Blerick. Inderdaad politiemensen en journalisten moeten hun werk kunnen doen. Journalisten moeten verslag kunnen doen van het nieuws en dat is het verzamelen, controleren, analyseren van nieuws en er vervolgens over rapporteren.

PowNed

Foto: PowNed – Wikipedia

Laten we eens even kijken naar wat voorbeelden rond deze casus. Neem Elsevier: “Woensdagmiddag werd de … op straat doodgeschoten, vermoedelijk door leden van een rivaliserende Antilliaanse drugsbende.” Een schoolvoorbeeld van de huidige tijd. Er gebeurt iets, een moord of een neerstortend vliegtuig en een minuut later moet er een verklaring zijn. Alleen die verklaring is voorlopig pure speculatie. Behoort speculeren tot het werk van de journalist? Een juiste analyse zou zijn: we weten niet wie er heeft geschoten en wat de achtergrond erbij is.

In een ander artikel bij Elsevier valt het volgende te lezen: “Het slachtoffer zou familie zijn van …, oud-lid van de bende van Venlo. Deze bende zou zich in 1993 en 1994 schuldig hebben gemaakt aan meer dan 250 geweldsdelicten in de regio. Daaronder tal van moorden met geld als motief.” Het kan dat het slachtoffer familie is van, maar wat bewijst dat? Het enige wat er gebeurt is dat een man wordt gelieerd aan gebeurtenissen waaraan hij part nog deel had, hij was in 1993 en 1994 nog niet geboren. Wellicht heeft de vermoorde man ook wel een tante in de politiek of een neef die profvoetballer is, dit allemaal, net als die oom, doet niet terzake.

Een voorbeeld van de bewegende media. We gaan onder het mom van ‘proeven wat er onder de mensen leeft’ met een camera in een gebied waar iets is gebeurd en de gemoederen verhit zijn, staan en wachten af. Er is altijd wel iemand die boos reageert op de aanwezigheid van die camera en begint te schelden, je bekogelt met iets of een klap uitdeelt. Iets wat niet goed is te praten, maar in een kruitvat is een klein lontje al voldoende. Deze tactiek wordt vooral door PowNed toegepast. Om te laten zien dat je ‘gewoon je werk deed’ plaats je er wat interviews omheen, een paar over de eigenlijke zaak en na de tumult eentje met een burgemeester of andere ambtsdrager die vervolgens moet zeggen dat de ‘journalist toch gewoon zijn werk moet kunnen doen. Een werkwijze die door een voorganger bij PowNed satire werd genoemd.

Suggestie, speculatie en als klap op de vuurpijl nieuwscreatie op een kwalijke manier. Zouden de media zich niet veel terughoudender moeten opstellen? Zich alleen beperken tot de feiten en verre blijven van speculatie? Zou dat misschien ook het werk van de politie vergemakkelijken?

Cameraterrorisme

“Zaterdag werd bekend dat D66-wethouder (inmiddels oud-) Vincent van den Bosch (Steenbergen) opstapt. Hij zou zijn functie neerleggen na een confrontatie met videoblogger Vladimir Hornicek, die hij nogal asociaal heeft behandeld. Tegen Omroep Brabant zegt hij zondag echter dat er een andere reden is voor zijn vertrek, namelijk bedreigingen aan zijn adres.” Zo valt te lezen op de opiniesite Joop. Ook valt er te lezen, dat vertegenwoordigers van andere partijen vonden dat de wethouder moest opstappen, omdat dit niet de eerste keer was dat hij in opspraak was geraakt. Op de site tevens de beelden van de ‘confrontatie’ tussen de blogger en de wethouder.

cameraterrorisme

Foto: mediamatic.net

Wat de werkelijke reden van het opstappen van de wethouders is? Niemand weet het, behalve hijzelf, maar daar wil ik het nu niet over hebben. Je ziet het steeds vaker, mensen filmen andere mensen en ‘publiceren’ de beelden. Loop met een camera achter iemand aan en stel wat onnozele vragen, roep wat en kijk hoe de ander reageert. Of bel aan bij de persoon, dring je op en wacht of je een klap krijgt, de deur in je gezicht of kunt beginnen met het kleineren van de persoon door middel van onnozele vragen.

Een activiteit waarmee GeenStijl en ook PowNed groot zijn geworden. We lijken allemaal te accepteren dat ‘gezagsdragers’ maar ook andere ‘bekende en minder bekende’ Nederlanders’ zich dit laten welgevallen en accepteren. Sterker nog, we kunnen er allemaal de dupe van worden.

Is dit soort ‘journalistiek’ wel acceptabel? En sterker nog, is er wel sprake van journalistiek? Is iedereen met een camera in de hand een journalist? Hoe zit het met de privacy van de ‘gefilmde’? heeft de gefilmde wel rechten? De filmer heeft ‘de macht’ hij filmt en bepaalt welke beelden er te zien zijn en welke niet. In dit geval meldt Joop dat de videoblogger asociaal werd behandeld door de wethouder. Wie wordt er bij gebruik van deze methodes eigenlijk asociaal behandeld? Is dat niet de gefilmde die ter meerdere eer en glorie van de filmer mag figureren in de egotripperij van de filmer? Is er verschil tussen stalken en deze vorm van ‘journalistiek’? Zo ja, wat is dan dat verschil?

Of is er sprake van een bijzondere vorm van terrorisme? Een vorm waarbij met behulp van een camera een aanslag wordt gepleegd op iemands persoonlijke leven, een soort ‘cameraterrorisme?