Een hutje op de hei

 “In de Middeleeuwen waren er meer verschillende manieren van wonen dan nu. Er waren begijnhofjes, kloosters en oudemannenhuizen. Tegenwoordig moeten de meeste mensen het doen met een rijtjeshuis of appartement.” Deze uitspraak is, zo schrijft Josta van Bockxmeer bij De Correspondent, van Rijksbouwmeester Floris van Alkemade. Een uitspraak in de categorie ‘vroeger was alles beter. Al denk ik niet dat Van Alkemade dat bedoelde met die uitspraak. Hij zal bedoelen dat er tegenwoordig zo weinig gevarieerd wordt gebouwd. Van Bockxmeer interpreteert het ook op die manier. Toch een bijzondere uitspraak.

Royalty-free medieval construction photos free download | Pxfuel
Bron: Pxfuel

Een vergelijking tussen twee tijdperken wordt wel vaker gebruikt in een debat. Als dat gebeurt dan spits ik als historicus altijd mijn oren. Inderdaad, in de Middeleeuwen waren er oudemannenhuizen, begijnenhofjes en kloosters alwaar je kon gaan wonen. Je had echter ook nog kastelen en in de latere Middeleeuwen in steden ook patriciërswoningen, de huizen van de rijke kooplui. Veel keus zo lijkt het.

Inderdaad is tegenwoordig: “Het grootste deel van de huizen (…) een eengezinswoning, terwijl 40 procent van de huishoudens uit één persoon bestaat.” Maar daarnaast heb je ook nog de villa, de woonboerderij, de aanleunwoning, het verzorgingshuis, de studentenflat en oh ja, kloosters en kastelen bestaan ook nog steeds. Toch moet het gros van de mensen het doen met een eengezinswoning of een flatje omdat de villa of woonboerderij te duur is, ze niet voldoen aan de criteria voor een verzorgingshuis en ze de studentenflat ontgroeid zijn. Dus die Middeleeuwer was beter af.

Maar wacht even, ik ben nog één huistype vergeten, het hutje op het platteland alwaar het gros van de Middeleeuwers woonden. Samen onder één dak met die ene koe, dat varken, de geit en de kippen. Ze woonden daar omdat ze zich geen ‘kasteel’ of later patriciërswoning konden veroorloven. Omdat niet iedereen in een klooster of begijnenhofje terecht kon en ze te jong waren voor dat ‘oudemannenhuis’. Bovendien waren die er enkel in de steden en daar kon je zomaar niet naartoe, gebonden als je was aan dat stukje grond en de ‘bijbehorende feodale landeigenaar’.  Dat ‘hutje’ was waar het gros van de Middeleeuwers het mee moesten doen. Trouwens niet alleen de Middeleeuwers, tot ver in de negentiende eeuw was het hutje, en een ‘stadskrot’, de negentiende-eeuwse stedelijke variant voor arbeiders, de dominante woonvorm.

Van Alkemades historische vergelijking gaat mank. De gemiddelde Middeleeuwer had qua wonen niet meer keus dan de mens van tegenwoordig. Die kon kiezen uit een hutje of een hutje of dat nu op de hei stond of niet. Bovendien is de kwaliteit van wonen van dat rijtjeshuis of die flat oneindig veel beter dan het Middeleeuwse hutje.

Een gedachte over “Een hutje op de hei

  1. Hans Boelaars

    De woningnood is geen probleem van deze tijd. Al eeuwen hebben we er last van. De ene keer iets meer de andere keer. We deden er wat aan we organiseerde woningbouwcorporaties gebaseerd op de waardes van toen. Vooral religie deed mee in het verdelen vd koek. Nu zijn we “verlicht” geen kerk of religie hebben we nodig.
    Maar gaat het zo goed ?
    Als ijkpunt hebben wij nu de toekomst en dat werkt moeilijk .
    Teruggrijpen is nu een wandaad iets voor oude mensen. Die wonen veelal wel in woningen !
    Al dit gefilosofeer schiet niet op.
    We moeten weer een ministerie van volkshuisvesting hebben. Al die onzin van dat de markt dat beter aankan heeft ook hier gefaald. Wat was daar mis aan dat het bedrijfsleven niet voorin de rij stond. Iets meer verantwoording afleggen aan de geenschap is toch niet verkeerd.
    De woningbouw werd uitbesteed aan aannemers en architecten in dienst van die overheid. Geen advieskantoor wat het toch altijd beter wist. Onze gronden waren nog niet verkocht als eenheden om te verhandelen. Geen projectontwikkelaars die huizen industrieel bouwen. Gewoon goede huizen gebouwd door plaatselijke aannemers met een technische levensduur van minimaal 50 jaar.
    Geen balkons of megagarages die instorten door betonkanker of andere technische onvolkomenheden
    Wie zijn wortels niet kent kan toch geen toekomst bouwen.
    We hebben tijdens de eerste wereldoorlog een miljoen Belgen op visite gehad en met hoeveel waren we toen.
    We kunnen meer en we moeten meer
    BOUWEN VOOR MENSEN

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.