Roze olifant

‘Als ik zeg dat jullie niet moeten denken aan een roze olifant, waar denken jullie dan aan?’ Aan deze uitspraak dacht ik bij het lezen van een artikel van Emma Lesuis bij De Correspondent. Lesuis beëindigt haar artikel verzuchtend met de woorden: “Hoe vaak zal ik nog racistische opmerkingen krijgen? Hoe vaak en hoe lang zal ik nog die goedbedoelde diversiteitsstempel opgeplakt krijgen? Ik vroeg het me af.”

Elefante_rosado

Illustratie: Wikimedia Commons

Lesuis beschrijft het ongemak dat zij voelt als ze weer op haar ‘kleur’ wordt aangesproken. Een gevoel dat ze had toen ze tijdens een stage als voorbeeld werd aangehaald dat het goed ging met de diversiteit. Over toen ze werd gevraagd om te schrijven over Afro-Amerikaanse opera. Lesuis ging in op het verzoek  en vroeg zich af: “Toch apart, dacht ik, een schrijver te vragen die amper iets van opera weet.” Toen ze ernaar vroeg kreeg ze als antwoord: “We zijn bezig met diversiteit.”

Dat er mensen zijn die het moeilijker hebben in de Nederlandse maatschappij dan anderen, dat is een feit. Dat mensen van kleur en islamitische religie het extra lastig hebben, is ook een feit. Dat daar iets aan moet gebeuren, staat voor mij in ieder geval buiten kijf. In vroeger jaren werden daar ‘positieve discriminatie’ programma’s voor ontwikkeld. Tegenwoordig noemen we dat ‘diversiteitsprogramma’s’. Lesuis over dergelijke programma’s: “Het is bovendien door dit soort situaties, dit soort mensen en dit soort stempels dat ik soms niet weet waarom ik ergens überhaupt mag zijn.” 

Zou het kunnen dat dit een gevolg is van juist het zo de nadruk leggen op ‘diversiteit’? Zou het kunnen dat juist die nadruk op ‘diversiteit’ ertoe leidt dat ongeveer iedereen zich ongemakkelijk gaat voelen? Zou dat ongemakkelijke gevoel ertoe kunnen leiden dat mensen zich ‘ongelukkig’ uitdrukken? Zou dat ongemakkelijke gevoel Lesuis hebben belemmerd in het stellen van de vraag waarom men haar vroeg om ergens over te schrijven waar ze totaal geen verstand van had? Dat ze daar toch echt een musicoloog of operadeskundige voor moeten vragen?

Als een bedrijf of instelling zegt dat het diverser wil worden en daarom meer mensen van X wil binnenhalen, staat dan niet automatisch dat X-zijn van die mens in de belangstelling? Als datzelfde bedrijf diverser wil worden, maar er niets van zegt en die mens van X wordt aangenomen, zou het kunnen dat zijn X-zijn dan minder de nadruk krijgt? Dat de nadruk dan veel meer komt te liggen op het mens-zijn en de kwaliteiten die die mens inbrengt?

Is ‘diversiteitsbeleid’ niet een roze olifant?