“Misschien is het een idee voor Geert Wilders (uit Venlo) om samen met Frans Timmermans (uit Maastricht) het btw-gat te vullen door carnaval te verbieden. Een mooie polonaise Hollandaise.” Met die woorden eindigt de column Is carnavalseconomie een lust of een last?van Peter de Waard in de Volkskrant. Een bijzondere vraag in een om meerdere redenen bijzonder artikel.
De Waard begint met de constatering dat: “half februari 1975 (…) maar liefst zeven carnavalshits,”in de top -40 stonden en dat: “Die platen (…) ook massaal (werden) verkocht boven de grote rivieren.”De Waard geeft een opsomming van enkele van die ‘hits’ en vervolgt met: “Een hit was verzekerd, hoe stompzinnig de tekst ook was. Dat laatste is niet veranderd. ‘Een goed carnavalslied heeft een onzintekst’, zei het duo Pap en Pudding vorig jaar in deze krant. … Maar scoren…ho maar. Geld wordt er niet meer mee verdiend. In de huidige top-40 staat eigenlijk geen enkele carnavalshit meer, of je zou het nummer Blikkendag (een ode aan de Volendammer kermis) daartoe moeten rekenen. Voor de muziekindustrie is carnaval inmiddels een non-event.” En dan komt hij bij zijn punt: “ook voor de nationale economie wordt de economische waarde van het drink- en hosfeest betwist. SEO Economisch Onderzoek berekende in 2018 dat carnaval de Nederlandse economie elk jaar tussen de 1 en 2 miljard euro kost. …Volgens SEO gaat hierdoor in Limburg en Noord-Brabant 2,5 productiedag verloren – inclusief het ziekteverzuim door katers. Dat is voor die dagen een verlies van tussen de 15 en 30 procent van het bbp.”
En nu even voor De Waard. Als eerste, het nummer Blikkendag. Dat nummer is een cover van een echt Vastelaovesleedje met als titel Vandaag van het Venlose trio W-Dreej. Het zou De Waard sieren als hij de tekst van dat nummer eens zou lezen. Dan zou hij meteen zien dat een Vastelaovesleedje alles behalve een stompzinnige onzintekst heeft’. Niks geen ‘worstjes op de borstjes’ en ‘Willempies’. Het beste voorbeeld daarvan is het Vastelaovesleedje As de sterre dao baove Straoledat ook een ‘Nederlandse vertaling’ heeft gekregen. Het nummer is geschreven door Frans Boermans, een van de grootste Venlose liedjesschrijvers en vader van regisseur Theu Boermans. In de rest van Nederland is het nummer bekend als Als de sterren daar boven stralen uitgevoerd door Duo Onbekend of door Marianne Weber. Zowel in de Venlose als de Nederlandse versie betreft het een liefdeslied. De Venlose versie heeft echter veel meer lagen dan de Nederlandse.
“Als de sterren daarboven stralen. En als de maan hoog aan de hemel lacht. Wil ik elke keer weer herhalen. Wat ons voorgoed, toen samen heeft gebracht. Dan denk ik terug aan onze eerste prachtige uren. Dat jij beloofde, dat dit een eeuwigheid zou duren. Als de sterren daarboven stralen. Weet dat de maan, dan altijd naar ons lacht” Aldus her refrein van de Nederlandse versie. Stralende sterren en een lachende maan, dit kan zich overal op de wereld afspelen. In de Venlose versie is dat anders. “As de sterre dao baove Straole,en as de maon dao baove Haerunge hingk. En dan örges in’t greun verschaole, de nachtegaal ein leefdesleedje zingk. Dan wil ik wandele nao Schandele mit mien maedje. Zitte kösmoele beej de Venkoele naeve ’t paedje. As de sterre dao baove Straole,en as de maon dao baove Haerunge hingk.” Dat kan niet over al. De, in de Nederlandse versie lachende maan, hangt hier op een specifieke plek, Namelijk boven het naburige Duitse dorp Herongen, in het dialect Haerunge. En ja, de sterren stralen ook in deze versie, zo blijkt uit de openingszin. Maar ze stralen op een specifieke plaats, namelijk boven het naburige Duitse stadje Straelen, in het dialect Straole, een waaord dat ook stralen betekend. De twee geliefden zitten op een specifieke plek namelijk bij de een gebied dat het Zwarte water heet en in Venlo en omgeving de naam Venkoele draagt. Die plek ligt aan de weg tussen het Venlose buurtschap ’t Ven en het buurtschap Schandelo. Op die plek zie als de omstandigheden gunstig zijn, links boven sterren stralen boven Straelen en rechts de maan boven Herongen hangen. En met nog meer geluk zingt dan de nachtegaal die ergens in het groen verscholen zit, een liefdeslied. Tot zover ‘stompzinnig onzinteksten. Het ware goed dat iemand die zich een mening vormt over Vastelaovend zich er ook eens in verdiept in plaats van vanachter de Hollandse Waterlinie onzin te debiteren.
Dat is echter nog niet het meest storende aan de column van De Waard. Hij rept over ‘de kosten’ die tussen de 1 en 2 miljard bedragen en de verloren tweeënhalve productiedag die op die dag leiden tot tussen de 15 en 30 procent verlies aan bruto binnenlands product. Zou hij zich realiseren dat die tweeënhalve verloren productiedag gewoon opgenomen vakantiedagen zijn? Dagen die ook besteed hadden kunnen worden aan bijvoorbeeld ‘lange latten met skihut’. Iedere vakantiedag is productieverlies wanneer die ook wordt opgenomen. Ik hoor De Waard echter niet pleiten voor het afschaffen van vakantie. En als hem die ‘verloren productiedagen’ zo aan het hart gaan, dan kan hij zijn blik beter richten op Koningsdag. Die ene dag komt qua productieverlies op ongeveer eenzelfde bedrag uit als twee dagen Vastelaovend. En daar staan geen mooie liedjes tegenover.
Het meest stompzinnige aan De Waards column is het wereldbeeld dat eruit blijkt. In dat wereldbeeld leeft een mens om te werken. Niet werken is immers productieverlies. Een erg bekrompen en beperkte kijk op het leven. Als dat de wereld achter de Waterlinie is, dan heb ik nog een extra reden om blij te zijn dat ik in Venlo woon en vastelaovend kan vieren zonder me zorgen te hoeven maken over ‘verlies aan bbp’.
