Handen en voeten, armen en benen

“Anders dan een chimpansee of gorilla kunnen wij met ons uiterst beweeglijke polsgewricht een voorwerp ook zo vasthouden dat het onze onderarm verlengt. Op die manier is de kracht van een klap veel groter. Bovendien zijn tegenstanders of gevaarlijke dieren zo op afstand te houden en kunnen we door gebruik te maken van de volledige hefboomkracht botten verbrijzelen.” Aan die passage uit het boek Hoe we mensen werden van Madeleine Böhme, Rudiger Braun en Florian Breier moest ik om twee redenen aan denken.

Honkbal speler vector ontwerp - Download Free Vectors, Vector Bestanden,  Ontwerpen Templates
Bron: Vecteezy.com

In mijn vrije tijd ben ik coach van het pupillen honkbalteam van de Mustangs in Venlo. Een leuke bezigheid omdat je probeert jongens en meisjes van tien tot twaalf jaar de kneepjes van het honkbal te leren. Honkbal lijkt eenvoudig: je slaat met de knuppel de bal weg en rent. En sta je in het veld dan vang je de bal en gooi je die naar waar die naar toe moet. Maar waar moet die naar toe? Dat moet je bepalen voordat je de bal krijgt. Als je pas gaat denken als je de bal krijgt, dan ben je te laat. Het gros van mijn team speelt nu bijna een half jaar en dat is vrij kort. Als coach is het bijzonder leuk en bevredigend om te zien dat de kinderen leren van de trainingen. Dat ze de goede keuzes maken ook al mislukt het vaak nog omdat het gooien en vangen toch moeilijker is dan gedacht. Maar vooral het enthousiasme van de kinderen is aanstekelijk. De blijdschap en lach op hun gezicht als het lukt.

De tweede reden waarom ik hieraan moest denken is een video op Youtube van de Britse tienjarige Nandi Bushell. Of eigenlijk een serie video’s. Nandi speelt de drums en doet dat op een zeer hoog niveau. Daarom daagde ze Dave Grohl, de drummer van Nirvana en voorman van de Foo Fighters uit tot een ‘drumbattle’. Grohl accepteerde en kon het niet laten om Nandi weer terug uit te dagen. Wat mij naast het onmiskenbare talent van Nandi nog meer opvalt, is haar aanstekelijke enthousiasme. Enthousiasme dat ik herken bij mijn pupillen.

Het polsgewricht is zowel bij honkbal als bij drummen van cruciaal belang. Daardoor kan een honkballer de knuppel als hefboom gebruiken. Dat ‘verlengen van onze onderarmen’ zorgt er mede voor dat de gemiddelde kracht die de honkbalknuppel op de bal uitoefent, is te vergelijken met 1.800 kilogram en de totale kracht gedurende de hele slag met zo’n 3.700 kilogram. Mede, omdat een goede slagman met zijn hele lijf slaat. Zonder die hefboom blijft er van dat slaan met je hele lichaam niets over. Maar ook bij het vangen en vooral het gooien van de bal, vervullen de polsgewrichten een belangrijke rol. Drummen zou zonder dat beweeglijke polsgewricht onmogelijk zijn. Bij het drummen niet zozeer vanwege de grotere kracht die ermee kan worden uitgeoefend, maar veeleer vanwege de beweeglijkheid en souplesse van het gewricht. Die maken het mogelijk om in een veel hoger tempo te drummen dan een chimpansee zou kunnen.

Die soepele polsgewrichten en onze handen, zijn volgens Böhme en haar mede auteurs een van de voorwaarden voor het succes van de menselijke soort. Ze maken een fijne motoriek mogelijk die voor alle andere diersoorten op deze planeet onhaalbaar is. Die handen konden zich echter pas zo ontwikkelen nadat we op twee benen gingen lopen.

Hoeveel dieren lopen er permanent op twee benen? Naast de mens, een paar vogels zoals de struisvogel, de emoe en de kip, valt mij alleen de kangoeroe in. Al lijkt het voortbewegen van de kangoeroe niet echt op lopen. Het dier springt waarbij het zich afzet met de twee achterpoten en daar ook weer op land. Lopen op twee benen is zeldzaam. Toch zijn wij Homo Sapiens niet de eerste mensensoort die op twee benen liepen. Die eer komt de Australopithecus afarensis toe. Een mensensoort dat zo’n 3,2 miljoen jaar geleden op de aardbol rondliep. Nou ja, aardbol, ergens in wat we nu Ethiopië noemen. Dat weten we door Lucy, de eerste Australopithecus afarensis die werd gevonden. De journalist en cabaretier Tom Phillips (hij studeerde archeologie, antropologie en geschiedenis) beschrijft het in zijn boek De Mens. Een kleine geschiedenis van onze allergrootste fuck-ups als volgt: “Lang, lang geleden, toen de zon op een dag opging boven de weidse rivierdalen en vlakten van Ethiopië, hing een jonge mensaap wat rond in een boom. Wat ze die dag precies dacht of deed zullen we wel nooit weten. Waarschijnlijk zat ze te bedenken hoe ze iets te eten kon vinden, of een partner, of misschien tuurde ze nieuwsgierig naar de boom ernaast om te kijken of dat een betere boom was. Ze wist hoe dan ook niet dat de gebeurtenissen van die dag haar het beroemdste lid van haar soort zou maken, en zelfs als je haar dat op een of andere manier kon vertellen, dan nog zou het concept ‘roem’ haar niets zeggen. Ze wist ook niet dat ze in Ethiopië zat, want dit alles gebeurde miljoenen jaren voordat iemand op het lumineuze idee kwam om lijnen op een kaart te tekenen en de aldus ontstane vormen namen te geven waar we oorlog om konden voeren.” Wat die jonge mensaap zo bijzonder maakte, was dat zij en haar soortgenoten iets andere heupen en benen hadden dan andere mensapen. Dit maakte het voor hen mogelijk om te lopen. Waarom werd deze Lucy zo beroemd? Phillips vervolgt: “Toen viel ze uit de boom en was op slag dood.”  Dat maakt haar niet speciaal. Het volgende wel: “Pak ‘m beet 3,2 miljoen jaar later zou een andere groep mensapen – deels inmiddels in bezit van een doctorstitel – haar gefossiliseerde botten opgraven. Omdat het in de jaren zestig gebeurde en ze op dat moment luisterden naar een populair liedje van een tamelijk stonede groep Liverpoolers, besloten ze haar Lucy te noemen. Ze was een gloednieuw soort – de soort die we nu Australopithecus afarensis noemen  – en ze werd ingehaald als de ‘missing link’ tussen mensen en apen.”

Lucy en haar soortgenoten bewogen zich op twee benen voort, maar daar was ook alles mee gezegd. Tenminste, als we haar lopen vergelijken met ons huidige lopen. Er waren nog een paar miljoen jaar evolutie nodig om die heupen, benen en de rest van het lichaam zo ‘aan te passen’ voor we ons ‘hemerodromen’ konden noemen. Een woord dat Böhme en haar co-auteurs gebruiken: Hemerodromen of ‘daglopers’ heetten in het klassieke Griekenland de ijlbodes die in enkele uren grote afstanden konden afleggen om belangrijke berichten over te brengen. De beroemdste ijlbode was Pheidippides. Om hulp te vragen voor de op handen zijnde slag tegen de Perzen bij Marathon stuurde veldheer Miltiades hem in 490 v. Chr. van Athene naar Sparta. Volgens de overlevering legde Pheidippides de 246 kilometer lange afstand in nog geen twee dagen af – een bijna ongelofelijke prestatie. Waarom werd er geen paard gestuurd?” Een interessante vraag, een paard rent veel sneller. Gelukkig geven ze ook het antwoord op deze vraag. De mens is de meest efficiënte duurloper op deze aardbol. Pheidippides liep 246 kilometer in twee dagen door bergachtig terrein. Dat wij veel langer kunnen rennen dan welk dier dan ook hebben we aan ons vermogen tot zweten te danken: “Ook veel andere zoogdieren kunnen zweten, maar in vergelijking met mensen hebben ze maar weinig zweetklieren en vaak bovendien een isolerende vacht. Daarom moeten ze met hun tong uit de bek hijgen, overtollige warmte via hun vergrote oren afgeven, door de modder rollen of een bad nemen om hun lichaam effectief af te koelen. Lange afstanden achtereen rennen is voor dieren daarom vaak levensbedreigend, en precies van die situatie maakt de mens al miljoenen jaren gebruik tijdens de drijfjacht. Zolang wij voldoende drinken om het verlies aan vocht en mineralen als gevolg van transpiratie aan te vullen, kunnen we zelfs bij grote warmte urenlang blijven rennen.”  En laat die benen nu ook belangrijk zijn bij zowel honkbal als drummen.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.