“Het aanbieden van identieke polissen is niet de marktwerking waar de consument beter van wordt.”
Woorden van Kamerlid Sharon Dijksma zo lees ik in de Volkskrant. Een meerderheid van de Tweede Kamer wil af van ‘kloonpolissen’. Kloonpolissen? Een kloonpolis is een identieke zorgverzekeringspolis die onder verschillende namen en tarieven wordt aangeboden: “Polissen die nauwelijks van elkaar afwijken maar wel als alternatief worden gepresenteerd, bieden volgens de parlementariërs een schijnkeuze aan consumenten” De verzekeraars verweren zich met de woorden dat de ‘service’ anders is.
Illustratie: Flickr
Is het aanbieden van identieke producten met een andere prijs niet juist een van de belangrijkste kenmerken van marktwerking? Doen autoconcerns niet hetzelfde? Verkoopt een autoconcern niet bijna identieke auto’s onder verschillende merknamen en prijzen? Of een supermarktketen: melk van een A-merk, een huismerk, een budget-huismerk en een budgetmerk. De verpakking is anders, de prijs is anders, de koe die de melk gaf niet. Een ander voorbeeld bier. Het Heineken-concern verkoopt pils onder de eigen naam, maar ook onder de naam Amstel en Brand. Allemaal met 5% alcohol en gebrouwen van ‘natuurlijk’ hop, gerst en water.
Een markt van zeer bijzondere aard is de elektriciteitsmarkt. Bijzonder omdat het geen ‘kloonpolissen’ zijn, maar ‘kloonbedrijven’. Het product wat deze bedrijven aanbieden, is identiek. Ik kan bij mijn stopcontact niet zien of de stroom is geleverd door het bedrijf waarmee ik een contract heb. Laat staan dat ik kan zien of de stroom is opgewekt met een windmolen, zonnepaneel, door het verbranden van gas of kolen of via kernsplitsing.
“De verschillen zitten in de dienstverlening ,” dat zullen al deze bedrijven zeggen. Daarnaast zullen ze wat stamelen over ‘het gevoel’ dat hun product bij je oproept. Dat ‘gevoel’ dat zorgt voor die ‘unieke beleving’ die je alleen maar krijgt als Jupiler drinkt, ‘mannen’ weten waarom’. En, na een glaasje teveel weet je dat die ‘unieke beleving’ bij iedere pils hetzelfde is.
Op bijna alle markten is: “Het aanbod (…) onnodig groot en onoverzichtelijk.” De reden dat CDA-kamerlid Joba van den Berg de kat aan de ‘polissenbel’ hangt. Zouden de Kamerleden de discussie niet naar een andere niveau moeten tillen? Als de consument in de gezondheidszorg niet beter wordt van het aanbieden van ‘bijna identieke producten, zou de vraag dan niet moeten gaan over nut en noodzaak van marktwerking in de zorg?