‘To curb Russian aggression’

“Half a league, half a league. Half a league onward. All in the valley of Death Rode the six hundred. “Forward, the Light Brigade! Charge for the guns!” he said. Into the valley of Death rode the six hundred.” Zo begint het gedicht The Charge of the Light Brigade van Alfred Tennyson[1]. Het gedicht beschrijft een gebeurtenis in 1854 uit de Krimoorlog (oktober 1853 tot maart 1856). De aanval van de lichte brigade van de Britse cavalerie op een stelling van het leger van tsaristisch Rusland. Ik moest hieraan denken toen ik in de Volkskrant las over de ‘lang verwachte aanval’ van de Oekraïners op de Russen die toch nog even op zich laat wachten.

Charge of the Light Brigade door Richard Caton Woodville Jr. Bron: Wikipedia

“Cavoli (hoofd van het European Command van het Amerikaanse leger en de hoogste bevelhebber van de Navo) maakte er geen geheim van dat de VS uitvoerig met Oekraïne hebben overlegd over hun geheime militaire plan en wat ze nodig hebben. ‘Natuurlijk hebben wij met ze hieraan gewerkt’, aldus de commandant van alle Amerikaanse militairen in Europa. ‘Elke strijdmacht kan altijd meer van alles gebruiken. Maar volgens de modellen die wij zeer zorgvuldig met hen hebben uitgewerkt, bevinden de Oekraïners zich in een goede positie,’” zo lees ik. Ook de Russen hebben zich versterkt: “Uit onderzoek van persbureau Reuters bleek donderdag dat de Russische verdedigingslinie vooral in de zuidelijke regio Zaporizja en het gebied richting de Krim het sterkst is. Dit duidt erop dat Moskou zich zorgen maakt dat Oekraïne hier wil toeslaan. Kyiv zou met een verrassingsaanval in het zuiden de Krim kunnen afsluiten.”

De Krim, sinds 1771 Russisch na een eerdere oorlog tussen het Ottomaanse en het Russische Rijk, daar bij  Balaklava waar de lichte brigade onder leiding van Lord Cardigan met zijn 607, ja zeven meer dan in het gedicht maar die dichterlijke vrijheid gunnen we Tennyson, een vallei in reed en de charge uitvoerde. Een charge gericht op het verkeerde doel die hopeloos mislukte omdat de Russen met hun artillerie in een hoge positie en volledig ingegraven lagen en de Britten vanuit drie zijden onder vuur namen. Maar waarom streden die Britten, net als de Fransen daar op de Krim tegen de Russen? Lord Palmerston gaf daarop het eenvoudige antwoord: “The main real object of the war was to curb the aggressive ambitions of Russia.[2] Rusland probeerde in die tijd, net als nu, haar invloed in de wereld en haar directe omgeving, te vergroten. Een plek waar dat kon was aan haar zuidgrens want daar lag de ‘zieke man van Europa’, het eens zo machtige maar nu in verval zijnde Ottomaanse Rijk.

‘To curb the aggressive ambitions of Russia’ was een antwoord dat het goed deed bij het ‘verkopen’ van een oorlog. Je ‘moet’ iets doen omdat ‘die andere’ iets doet. Nu was dat ‘iets doen’ een ietwat verlate reactie. De Russen waren in juli 1853 al Moldavië en Walachije binnen gevallen, beiden behoorden tot het Ottomaanse Rijk. Dit onder het mom van het ‘bevrijden van geloofsgenoten’ maar het ging eigenlijk om grond en vooral toegang tot een ijsvrije haven en het liefst de controle over Istanbul en dus de doorgang tussen de Middellandse Zee en de Zwarte Zee. Toen de Ottomanen de Russen drie maanden later de oorlog verklaarden, vernietigde de keizerlijke Russische marine de Ottomaanse vloot in de zeeslag bij Sinop. Dit alarmeerde de Britten en Fransen. Nee, ze maakten zich geen zorgen om het welzijn van de bevolking van het Ottomaanse Rijk en ook niet om de sultan. Ze maakten zich vooral zorgen om de reële kans dat de Russen werkelijk de controle zouden krijgen over Istanbul. Voor de Fransen was het Ottomaanse Rijk een belangrijke handelspartner en dat zou wegvallen bij een Russische overwinning. De Britten waren bevreesd dat de Russische dominantie hun toegang tot Brits Indië in gevaar zou brengen. Voordat de gevechten op De Krim losbarsten en dus de lichte brigade haar ondergang tegemoet reed, was de aanleiding voor de oorlog al ongedaan gemaakt. Onder Oostenrijks-Hongaarse druk hadden de Russen zich teruggetrokken uit Moldavië en Walachije Waarna de die gebieden werden ingelijfd door het Oostenrijks-Hongaarse Rijk. Dit zonder dat een Brit of Fransman zich er druk over maakte. Dat weerhield de partijen er niet van om ten strijde te trekken en de eerste moderne industriële oorlog uit te vechten. Een oorlog waarin in een relatief korte tijd tussen de 400.000 en 750.000 doden, zowel soldaten als burgers, vielen.

‘To curb the aggressive ambitions of Russia’ klonk voor velen in de wereld vreemd uit de mond van de Britten. Die velen waren juist het slachtoffer geworden van Britse agressie. Neem de Birmezen, in drie fases, drie oorlogen (1824-1826, 1852-1853 en de laatste in 1885) werd het land ingelijfd bij het Britse Rijk. Neem de Chinezen die kunnen zich de Opiumoorlogen met de Britten, waarmee de eeuw van vernedering begon, nog goed herinneren. Die herinnering is een van de drijfveren onder hun huidige beleid. En ook de Afghanen kunnen erover meepraten. Ook zij kregen drie keer een Brits leger op bezoek maar hadden meer succes en behielden hun zelfstandigheid.

‘To curb the aggressive ambitions of Russia’ is het antwoord dat het nu ook nog goed doet. Een antwoord dat je nu ook hoort van bijvoorbeeld de Amerikaanse president Biden. Voeg daarbij woorden als vrijheid en democratie en je hebt de ‘winnende combinatie’ tenminste in landen die nooit geleden hebben onder ‘aggressive ambitions’ van de partijen die dit Rusland terecht verwijten. Partijen die eronder hebben geleden, zien de wereld net iets anders.

En daarmee kom ik bij een passage uit het boek Il Gattopardo (De Tijgerkat) van de negentiende-eeuwse auteur Giuseppe Tomasi di Lampedusa. Ik kwam ze tegen in het boek De Droom van Odyseus van José Enrique Ruiz-Domènec. Een boek waarin Ruiz-Domènec je meeneemt, zoals op de kaft vermeld: “op een culturele reis over de Middellandse Zee … een boek om mee naar het verleden te reizen, het heden te begrijpen en na te denken over de toekomst.” En dat doet het. Het boek laat zien dat veel van wat ons tegenwoordig bezighoudt, al een lang verleden heeft. “Als we willen dat alles hetzelfde blijft, moet alles veranderen,”  zo luidt die passage. Sinds de charge van de lichte brigade is er veel veranderd. Er zijn ideologieën gekomen en gegaan net zoals er landen en staten zijn gegaan en gekomen en soms ook alweer gegaan. Alles lijkt veranderd maar toch ook weer verdacht veel hetzelfde.


[1] https://www.poetryfoundation.org

[2] José Enrique Ruiz-Domènec, De Droom van Odyseus,  pagina 300

Leiden of geleid worden

“Hegel merkt ergens op dat alle grote wereldhistorische feiten en personen als het ware tweemaal optreden. Hij vergat er aan toe te voegen: de ene keer als tragedie, de andere keer als klucht,[1] aldus Karl Marx. Hieraan moest ik denken bij het lezen van een column van Arie Elshout.

Chamberlain komt terug van de onderhandelingen met Hitler in 1938. Bron: Wikipedia

Nu zitten zowel Hegel als Marx ernaast. De geschiedenis herhaalt zich nooit . Ook lopen er geen rechte lijnen tussen gebeurtenissen. Het schot waarmee Gavrillo Princip op 28 juni 1914 een einde maakte aan het leven van aartshertog Frans Ferdinand van Oostenrijk leidde niet automatisch tot het uitbreken van wat nu de Eerste Wereldoorlog wordt genoemd.

Het heden vergelijken met een gebeurtenis uit het verleden om je argumenten kracht bij te zetten. Elshout geeft er een mooi voorbeeld van. Elshout: “Het München 1938 gen – in onderhandelingen toegeven aan een expansionistische dictator omwille van de vrede – zou weer kunnen gaan opspelen als de vermoeidheid groter wordt en de munitie opraakt. In het geval van Oekraïne zou dat zijn: het afstaan van grondgebied en het inleveren van het soevereine recht zijn eigen bondgenootschappen te kiezen.” Onderhandelen en iets toegeven aan een expansionistische dictator leidt via dat ‘München 1938 gen’ immers automatisch tot een (wereld)oorlog, zo lijkt Elshout te betogen. Aan dat ‘gen’ mogen we niet toegeven en dus moeten we onverkort achter Oekraïne blijven staan: “Voor het behoud van hun vrijheid zetten Oekraïners hun leven op het spel. Die offerbereidheid legt ons de ereplicht op ze nooit iets op te dringen wat ze niet willen. Dat zou neerkomen op verraad.” Dat na München 1938 een wereldoorlog uitbrak wil niet zeggen dat onderhandelen met en zelfs iets toegeven aan een dictator om de vrede te bewaren altijd verkeerd is. Elshout legt met zijn betoog de sleutels van onze toekomst in handen van de Oekraïners. Dat lijkt mij geen goede manier van handelen. Gelukkig is Elshout een journalist en geen staatsman.

Jammer genoeg zijn er ook staatsmensen die op eenzelfde manier denken. Zo is er volgens minister van Buitenlandse Zaken Wopke Hoekstra: “geen alternatief voor Oekraïens succes op het slagveld.”  Want deze oorlog is: “de belangrijkste lakmoesproef voor de geloofwaardigheid van de Navo en de EU in decennia. Onze vastbeslotenheid, ons doorzettingsvermogen, onze taaiheid – of het gebrek daaraan – zal tot ver in de toekomst weerklinken. De wereld kijkt toe. Moskou, Beijing en Teheran in het bijzonder. … Daarom moeten de Navo en de EU volhouden, ook omdat alle inspanningen van het afgelopen jaar anders voor niets zijn geweest.[2] Nu is het met de geloofwaardigheid van het westen in de rest van de wereld niet erg best gesteld. En ook het ‘doorzettingsvermogen, onze taaiheid’ is van twijfelachtig niveau. Na die “Sovjet-bezetting van Afghanistan” die, zoals Hoekstra correct zegt, negen jaar duurde, volgde een Amerikaanse en Navo bezetting van een jaar of twintig waaraan vorig jaar een einde kwam. Een einde dat aan de situatie van de Afghanen niets heeft veranderd. Menig Latijns Amerikaans land herinnert zich de Amerikaanse bemoeienissen met hun: “soevereine recht (…) eigen bondgenootschappen te kiezen” en nog veel erger, een eigen regering te kiezen. Neem Cuba en het Varkensbaai incident[3] of de staatsgreep in Chili in 1973 waarmee de democratisch gekozen regering Allende[4] werd afgezet met steun van de CIA. Neem de invasie door Amerikaanse troepen van Grenada in 1983, die door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties met 108 tegen 9 stemmen werd verworpen. De aanval op Irak in 2003 onder het valse voorwendsel dat Irak massavernietigingswapens had en dat het land Al Qaida zou steunen. Een inval zonder mandaat van de Verenigde Naties.

Ik dwaal af, terug naar Hoekstra. Nu volhouden omdat anders ‘alle inspanningen voor niets zijn geweest’. Met andere woorden, omdat er al zoveel soldaten zijn gesneuveld, moeten er nog meer sneuvelen want anders zijn de eerder gesneuvelden voor niets gesneuveld. Dat komt dus neer op vechten tot de overwinning of de laatste mens. Vastbeslotenheid is een goede eigenschap, maar vastbeslotenheid om de vastbeslotenheid? Het lijkt erop dat onze regering, net zoals de rest van het westen zich zo vast heeft gezet en zo vast heeft geklonken aan Oekraïne dat ze geen bewegingsruimte meer heeft. Een goed leider zorgt er altijd voor bewegingsruimte, voor alternatieven. Nee, dat betekent niet Oekraïne geen steun meer mag ontvangen. Dat betekent dat er alternatieven worden gezocht die partijen kunnen verleiden om te stoppen met vechten. Daarbij helpt het om een beeld van de wereld en de samenwerking na de oorlog te schetsen. Hoe zou die samenleving eruit moeten zien?

Een leider die zegt dat er ‘geen alternatief’ is, leidt niet maar wordt geleid.


[1] Karl Marx, De Achttiende Brumaire van Louis Bonaparte.

[2] De Volkskrant

[3] https://historiek.net/varkensbaai-incident-1961/2781/

[4] https://anderetijden.nl/aflevering/498/Chili-en-de-dood-van-Allende