Griekse vakantie voor minima

vakantie minima

(Cartoon: www.tomcartoon.be)

De problematiek rond de Griekse schulden lijkt een strijd tussen landen. Het zijn echter mensen die winnen of verliezen. Griekse winnaars lijken op onze winnaars en Griekse verliezers op onze verliezers.

De winnaars, hedgefondsen, zakenbanken, blijven door dit landenframe mooi buitenschot. Zij hebben gegokt en gewonnen. Gewonnen in goede tijden door consumenten op te zadelen met schulden en ze te plukken via rentes en provisies. Gewonnen in slechte tijden door de rekening via de overheden bij de burgers neer te leggen. Diezelfde winnaars moedigen nu onze regeringen aan om streng te zijn, te hervormen, te bezuinigen, te flexibiliseren, te globaliseren, te desolidariseren enzovoort. Na ons eerst als consument en vervolgens als burger in het pak te hebben genaaid, willen ze ons nu als werknemer in het pak naaien.

Een alternatieve oplossing die mensen helpt. Griekenland kan nog aanspraak maken op ruim 7 miljard vanuit een steunpakket. We zoeken 3,5 miljoen niet Griekse Europeanen die dit jaar op vakantie willen naar Griekenland. Mensen die nu zelf niet op vakantie kunnen omdat ze het niet kunnen betalen, onze minima bijvoorbeeld. Die krijgen allemaal € 2.000 per persoon met de opdracht dit bedrag op te maken in Griekenland.

Ik zie vele voordelen. De levensvreugde van deze mensen zorgen voor lagere gezondheidskosten. Eén euro zo geïnvesteerd leidt tot meer dan één euro groei in Griekenland. Dit levert werk op voor de Grieken wat leidt tot minder uitgaven aan sociale zekerheid en gezondheidszorg. Extra belastinginkomsten voor de Griekse overheid (wel goed innen). Die kunnen gebruikt worden om schulden af te betalen.

De Griekse schuld als percentage van het inkomen zal dalen door de groei van de economie met meer dan 7 miljard en de aflossing van die schuld. Maar als belangrijkste, mensen helpen mensen en dat brengt hen tot elkaar.

Prikker, vrijdag 5 juni 2015

Ingehaald door de geschiedenis

“Na de opstand van de Griekse kiezers die vorige week Syriza aan de macht hielpen, was het dit weekend de beurt aan Podemos,” aldus het Commentaar in De Volkskrant van dinsdag 3 februari 2015.  Een korte zin, waarmee Hans Wansink het commentaar opent. Kort, maar wel een bijzonder zin.

Griekse crisie

(Foto: wonenwerkengriekenland.com)

Bijzonder, omdat er in Griekenland gewoon verkiezingen zijn gehouden op een manier zoals ze dat daar altijd doen. En verkiezingen vormen het enige moment in de democratie dat het volk, tenminste het deel dat mag en gaat stemmen, zich uitspreekt. De rest van de tijd is het volk vertegenwoordigd door het parlement en afwezig. Het volk doet dat als kiezer en heeft gewoon gekozen. Vanwaar dan opstand?

Het woord opstand suggereert een volgend soort redenering: ‘Wij (maar wie die wij zijn is niet duidelijk) hebben voor jullie arme Grieken bepaald wat goed voor jullie is. Kom ons nu maar bedanken voor wat wij voor jullie hebben bedacht door allemaal het kruisje op de juiste plaats te zetten.’ In het kort: wij zijn de baas en jullie ons stemvee. Een nogal paternalistische manier van denken. Wellicht is het wel dit paternalisme dat de Griekse kiezer heeft doen besluiten om anders te kiezen. En dat is het goed recht van de Grieken. Een opstand is het echter niet. Dat zou het zijn als Syriza een staatsgreep had gepleegd.

Dat de kiezer de traditionele partijen vaarwel zegt, zal er zeker mee te maken hebben dat zij allemaal dezelfde oplossing bieden. De door Wansink genoemde bezuinigingspolitiek, geformuleerd vanuit eenzelfde neoliberale denken dat de problemen heeft veroorzaakt.

Zou het zijn dat het probleem niet wordt gevormd door de kiezers, maar de traditionele partijen zonder alternatieve ideologie, ideeën en oplossingen. Partijen die Thatcher parafraseren als ze zeggen dat er geen andere oplossing is dan bezuinigen. Dat deze partijen zijn ingehaald door de kiezer en door de geschiedenis en dus overbodig zijn?

Prikker, dinsdag 3 februari 2015